3M par 1.4 Wordt alles duurder?

Welkom

economen!

1 / 31

Slide 1: Tekstslide

EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom

economen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

Bespreken huiswerk 1.3
Instructie 1.4
Maken opdrachten 1.4
Rekenvaardigheid
Af maken opdrachten 1.4

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 1.3

Wat weet je nog van...

... welke conclusie(s) je uit een begroting kunt trekken

... welke verschillende soorten inkomen er zijn

... hoe je gezinsuitgaven in 3 groepen kunt verdelen

... hoe je een bedrag van week naar maand kunt omrekenen en andersom

...hoe je een reservering kunt berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken vragen 1.3

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 1.4

Na deze les kun je...

... een verandering in procenten berekenen.
... uitleggen wat de gevolgen van inflatie zijn voor je koopkracht.
... met indexcijfers de veranderingen van lonen en prijzen vergelijken.
... berekeningen maken met behulp van indexcijfers

Slide 6 - Tekstslide

nos.nl

Slide 7 - Link

CBS = Centraal Bureau voor de statistiek

verzameld allerlei gegevens
berekenen elke maand of prijzen dalen (deflatie of stijgen (inflatie)

1.4 Wordt alles duurder?

Slide 8 - Tekstslide

Koopkracht

Koopkracht?

de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen
kun je altijd meer kopen als je inkomen stijgt????

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Inflatie

CBS berekend:

Inflatie
een algemene stijging van de prijzen (-> je kunt minder kopen met hetzelfde geld)
Deflatie
een algemene daling van de prijzen

Slide 11 - Tekstslide

Inkomensstijging > prijsstijging

Koopkracht neemt toe

Inkomensstijging < prijsstijging

Koopkracht neemt af

Slide 12 - Tekstslide

Stel, de prijzen stijgen met 2%
Vervolgens stijgt je loon met 4%
Wat gebeurt er dan met je koopkracht?

Slide 13 - Tekstslide

Daling of stijging berekenen

Wie van jullie heeft wel eens een loonsverhoging gekregen?

Slide 14 - Tekstslide

Daling of stijging berekenen in percentages

Hoe doe je dat dan?

Slide 15 - Tekstslide

Hoe?

Om vergelijkingen te kunnen maken, moet je stijgingen en dalingen in percentages kunnen berekenen.

Procentuele verandering:

\frac{​ ( n i e u w - o u d ) ​ ​}{​ o u d ​} x 100

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld

In 2000 kostte een brood gemiddeld € 1,02. In 2016 kostte een brood gemiddeld € 1,17.
Met hoeveel procent is de prijs van brood toegenomen?
(Nieuw - Oud) : Oud x 100%
1,17 -1,02 = 0,15 : 1,02 = 0,147058823 x 100% = 14,7%

Slide 17 - Tekstslide

Maken opgave 2

Klaar

Opgave 3-6-7

timer

10:00

Slide 18 - Tekstslide

Indexcijfers

Cijfers kun je vergelijken door te werken met indexcijfers

-> laat een procentuele verandering zien ten opzichte van een afgesproken periode (=het basisjaar).
Cijfers worden vergeleken t.o.v. een basisjaar.
Het indexcijfer van het basisjaar is ALTIJD 100 !!.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe te berekenen?

Indexcijfer berekenen:

Met een formule

I n d e x c i j f e r = \frac{​ n i e u w . g e t a l ​ ​}{​ g e t a l . b a s i s j a a r ​} x 100

Ga naar blz. 24 --> opdracht 10

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het basisjaar? Waarom?

Voorbeeld

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag

Maak de opdracht 2 tot en met 11

van paragraaf 1.4

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk!!

6.1 opgaven 2, 4, 6

herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1

Aan het werk!!

Maak vanaf blz. 22 opdr. 2-3-6-7-9-10-11

Wat vond jij van de lesstof?

lastig of makkelijk

Slide 23 - Tekstslide

Heb je je leerdoelen behaald

... een verandering in procenten berekenen.
... uitleggen wat de gevolgen van inflatie zijn voor je koopkracht.
... met indexcijfers de veranderingen van lonen en prijzen vergelijken.
... berekeningen maken met behulp van indexcijfers

Slide 24 - Tekstslide

CBS: ... voor derde maand op rij.
In maart was de prijsstijging voor consumenten nog 0,4%. De prijzen zijn vanaf februari iedere maand 0,2% meer toegenomen. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
Welk woord moet op de ... komen?

inflatie

deflatie

koopkracht

prijsindexcijfer

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer de lonen stijgen met 4%, maar de prijzen stijgen met 3%, dan neemt mijn koopkracht...

af met 3%.

toe met 3%.

af met 1%.

toe met 1%

Slide 26 - Quizvraag

Margo kreeg vorig jaar €75 kleedgeld per maand. Sinds dit jaar krijgt zij €85 kleedgeld per maand. Bereken de procentuele toename.

13,3%

13,5%

11,7%

11,8%

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer er deflatie is, kan ik voor hetzelfde geld....

minder kopen.

meer kopen.

Slide 28 - Quizvraag