Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Prijselasticiteit - 3 vwo
Prijselasticiteit
Opgave 6 en 8 t/m 13
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Prijselasticiteit
Opgave 6 en 8 t/m 13
Slide 1 - Tekstslide
Opgave 6a
Welke punten verbind je met elkaar?
A
Qv = 400, P = 600
B
Qv = 200, P = 400
C
Qv = 200, P = 600
D
Qv = 600, P = 200
Slide 2 - Quizvraag
Opgave 6b
Welke punten verbind je met elkaar?
A
P = 300, Qv = 50
B
P = 200, Qv = 30
C
P = 100, Qv = 50
D
P = 300, Qv = 100
Slide 3 - Quizvraag
Opgave 8
A
-1/3
B
-1/4
C
-3,3
D
-4
Slide 4 - Quizvraag
Antwoord opgave 8
Procentuele verandering P = (7,35-7) / 7 * 100% = 5%
Procentuele verandering Qv = (150,000-125,000) / 125,000 * 100% = -16,67...
Ev = -16,67 / 5 = -3,33
Slide 5 - Tekstslide
Is de gevraagde hoeveelheid van opgave 8 (-3,33) elastisch of inelastisch?
A
Elastisch
B
Inelastisch
Slide 6 - Quizvraag
9. Als er sprake is van een prijselastische vraag, reageert de gevraagde hoeveelheid op een prijsverandering:
A
evenredig
B
meer dan evenredig
C
minder dan evenredig
D
geheel niet
Slide 7 - Quizvraag
10. Welke van de volgende prijselasticiteitsgetallen geeft een relatief inelastische vraag weer?
A
-0,5
B
+2
C
-1,2
D
-4,5
Slide 8 - Quizvraag
11. P stijgt met 50%. Qv daalt met 5%. Men kan zeggen dat:
A
De vraag elastisch is
B
De prijselasticiteit van de vraag is -0,1
C
De vraag is volkomen inelastisch
D
Allemaal onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Uitleg opgave 11
Ev = % verandering Qv / % verandering P
% verandering Qv = -5%
% verandering P = +50%
Ev = -5 / 50 = -0,1
Dit betekent dat de gevraagde hoeveelheid relatief inelastisch is.
Slide 10 - Tekstslide
12. Ev van product X = -2.
Omzet is € 1000 en de prijs per product is € 10. Wat is de nieuwe omzet als de prijs daalt naar € 9?
A
€ 120
B
€ 1080
C
€ 1170
D
€ 1200
Slide 11 - Quizvraag
Uitleg opgave 12
Ev = -2 betekent dat de procentuele verandering van de vraag 2 keer zo hoog is als de procentuele verandering van de prijs!
% verandering P = (10-9) / 9 * 100% = 10%
Ev = x / 10 = -2 --> Dus: % verandering Qv = 20%
Oude Qv was 100 --> Nieuwe Qv is 100 * 1,2 = 120
120 * € 9,- = € 1,080
Slide 12 - Tekstslide
13. P = € 30, Qv = 300,000
P = € 31,50, Qv = 270,000
Bereken de prijselasticiteit.
A
-2,3
B
-2
C
-0,5
D
-0,2
Slide 13 - Quizvraag
Uitleg opgave 13
% verandering P = (31,50-30) / 30 * 100% = 5%
% verandering Qv = (270,000-300,000) / 300,000 * 100% = -10%
Ev = -10 / 5 = -2
Is de prijs elastisch of relatief inelastisch? En wat betekent dit?
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Prijselasticiteit van de vraag verbeterd
Maart 2024
- Les met
36 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Prijselasticiteit van de vraag
November 2023
- Les met
36 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Opgave 6.7 & 6.8
Februari 2021
- Les met
21 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
§ 1.3 prijselasticiteit
Maart 2020
- Les met
37 slides
H6 - elasticiteiten
Juni 2021
- Les met
51 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H1 consumentensurplus en prijselasticiteit
Januari 2022
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
§ 1.3 prijselasticiteit
Augustus 2020
- Les met
44 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les 2 + 3 Prijselasticiteit
Oktober 2021
- Les met
39 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3