2.2 Strijden voor de vrijheid

Leg uit waarom kolonisatie nodig was voor de Griekse stadstaten.
1 / 40
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leg uit waarom kolonisatie nodig was voor de Griekse stadstaten.

Slide 1 - Open vraag

Kolonisatie

Slide 2 - Tekstslide

Polis 
Polis (stadstaat) = staatje bestaande uit een stad met platteland.
  • Zelfvoorzienend
  • Eigen bestuur
  • Eigen regels en wetten
  • Eigen leger (burgers met eigen uitrusting: hoplieten)

Slide 3 - Tekstslide

2.2 Strijden voor de vrijheid
1. Hoe ontstond in Athene een democratie?
2. Hoe raakten de Grieken met de Perzen in oorlog en wat waren de gevolgen daarvan?

Slide 4 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
8. Je kent de betekenis van de begrippen: Oligarchie, monarchie, aristocratie, tirannie, democratie, directe democratie, politiek. (R)
9. Je kunt het verschil tussen een oligarchie en een aristocratie uitleggen. (T1)
10. Je weet hoe de democratie in Athene werkte. (T1)
11. Je kunt verschillen en overeenkomsten tussen de Atheense democratie en onze democratie opnoemen. (T2)
12. Je kunt uitleggen waarom de Grieken zich allemaal Griek voelden, ondanks de grote onderlinge verschillen. (T2)
13. Je kunt uitleggen wat er tijdens de Ionische opstand gebeurde. (T1)
14. Je kunt uitleggen hoe de Grieken met de Perzen in oorlog raakten. (T1)
15. Je kunt aangeven wat de gevolgen van de Perzische oorlog waren.(T1)

Slide 6 - Tekstslide

Vele stadstaten

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 8 - Tekstslide

Sparta
  • Een koning is de baas (monarchie)

  • Oorlog en het leger zijn belangrijk

  • Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding

  • Er zijn slaven

Slide 9 - Tekstslide

Athene
  • Het volk is de baas (democratie)

  • Oorlog en het leger zijn minder belangrijk

  • Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur

  • Er zijn slaven

Slide 10 - Tekstslide


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
  • Dat was niet altijd zo geweest...

Slide 11 - Tekstslide

Macht en honger (1)
  • Athene is waarschijnlijk ook ooit een monarchie geweest (laatste koning: Kodros?)

  • Rond 600 v. Chr. wordt Athene bestuurd door rijke families, die veel bloedige ruzies om de macht hebben.

  • De inwoners hebben weinig te vertellen

Slide 12 - Tekstslide

Macht en honger (2)
  • Als de graan duur was kregen de arme Atheners graan van de rijke families.

  • Als ze dat niet konden terugbetalen, werden ze verkocht als slaaf!

  • Solon komt in 594 v. Chr. met  nieuwe wetten: je kon niet meer verkocht worden als slaaf

Slide 13 - Tekstslide

Het volk beslist
  • Ondanks Solon's wetten blijft het verschil tussen arm en rijk groot

  • Arme Atheners hadden het zwaar en er kwamen nieuwe ruzies

  • Rond 500 v. Chr. komt Kleisthenes met nieuwe wetten en voert een échte democratie in

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerken van de Atheense democratie
  • Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen

  • Directe democratie
  • Volksvergadering (buiten)

  • Ostracisme (schervenrechtbank) voorkomt teveel macht bij één persoon

  • Onbetaalde baan

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide


Democratie?!




  • Niet helemaal...
  • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking) 
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

Slide 17 - Tekstslide

Verschillen met de Nederlandse democratie
  • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

  • Indirecte democratie

  • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

  • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

  • Betaalde baan

Slide 18 - Tekstslide

Video
Griekse staatsvormen

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Video
Histoclips: De Oude Grieken

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Aan de slag

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 24 - Tekstslide

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 26 - Quizvraag

I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Wie mochten meebeslissen in de Atheense democratie?

A
slaven
B
vreemdelingen
C
vrouwen
D
mannen

Slide 28 - Quizvraag

In Athene kreeg je burgerrecht als...
A
Je in Athene geboren was
B
Je vader in Athene geboren was
C
Je beide ouders in Athene geboren waren
D
Je moeder in Athene geboren was

Slide 29 - Quizvraag

De naam van de persoon die het meest genoemd werd tijdens het schervengericht.....
A
Moest voor tien jaar in de gevangenis
B
Werd meteen vermoord
C
Werd voor tien jaar verbannen uit Athene
D
Mocht nooit meer in Athene komen

Slide 30 - Quizvraag

Geef één overeenkomst tussen de Atheense democratie en de democratie die wij in Nederland kennen.

Slide 31 - Open vraag

Geef twee verschillen tussen de Atheense democratie en de democratie die wij in Nederland kennen.

Slide 32 - Open vraag

De Grieken stichtten koloniën.
Waarom deden ze dat?

Slide 33 - Open vraag

Ionische Opstand (499 v. Chr.)
6e eeuw voor Chr. enorme groei Perzische rijk (Mesopotamië)     Griekse kolonies in Azië worden bezet door Perzisch Rijk: Ionie
De kolonies zijn gesticht door Athene
De kolonies komen in opstand en Athene helpt de kolonies
MAAR: Perzen wilden de baas zijn daar…..
Dus handel blokkeren tussen de Griekse stadstaten.


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Aan de slag
  1. De Perzische Oorlogen:
  2. Waarom voerden de Grieken oorlog?
  3. Tegen wie vochten de Grieken?
  4. Wie vochten mee aan de Griekse kant?
  5. Wat was in het voordeel van de Grieken?
  6. Wat was in het nadeel van de Grieken?
  7. Hoe voerden de Grieken oorlog?

Slide 36 - Tekstslide

De Eerste Perzische Oorlog

Slide 37 - Tekstslide

De Tweede Perzische Oorlog

Slide 38 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 39 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 40 - Open vraag