Zijn en hebben, regelmatige werkwoordvervoeging, b

Welkom A1/ A2
Wat hebben jullie de vorige les geleerd?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ANT2+Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom A1/ A2
Wat hebben jullie de vorige les geleerd?

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma:
Terugblik
1. Lesdoelen bespreken
2. zijn - hebben (A1 + A2)
3. begrijpen (A2 (A1))
4. klein- kleiner (A2(A1))
5. Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

1. Lesdoelen: Na deze les
  1. kan ik de werkwoorden zijn/ hebben gebruiken
  2. weet ik hoe ik de ik-vorm van een werkwoord maak
  3. weet ik hoe ik de vergrotende trap maak

Slide 3 - Tekstslide

2. zijn en hebben
Wanneer gebruik je 'zijn"?
Wanneer gebruik je 'hebben'?

Slide 4 - Tekstslide

Werken in groepjes (4 pers.)
1. Je krijgt een set kaartjes (zijn/ hebben) + kleine kaartjes
2. Welke kaartjes horen bij zijn?
     Welke kaartjes horen bij hebben?
3. Leg de kleine kaartjes onder het goede werkwoord
4. (A2) wat is de goede werkwoordsvorm

(ken je de betekenis van de zinnen/ woorden?)
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

2. zijn en hebben
Wanneer gebruik je 'zijn"?
Wanneer gebruik je 'hebben'?

Slide 6 - Tekstslide

3. Wat is de regel?





Ik-vorm

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn onregelmatige werkwoorden?

=> werkwoorden zonder vaste regel
=> belangrijkste onregelmatige werkwoorden:
- zijn 
- hebben

Ken jij nog andere voorbeelden?

Slide 8 - Tekstslide

4. Klein- kleiner- kleinst

Slide 9 - Tekstslide

5. Huiswerk
Studieplanner:
Werk tot 12:00 door in het boek/ online

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Lesdoelen: Na deze les
  1. kan ik de werkwoorden zijn/ hebben gebruiken
  2. weet ik hoe ik de ik-vorm van een werkwoord maak
  3. weet ik hoe ik de vergrotende trap maak
Heb jij een lesdoel behaald?

Slide 12 - Tekstslide