2.5 een nieuwe leider



Geschiedenis
Introductie
Paragraaf 2.5
Hoofdstuk 2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
Paragraaf 2.5
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je weet hoe Adolf Hitler aan de macht kwam.

Je kunt uitleggen hoe Hitler via de Machtigingswet, dictator werd.

Je weet wat de nazi's en het fascisme is.

Slide 2 - Tekstslide

In 1929 hadden de Duitsers veel vertrouwen in de democratie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

In 1917 werd Rusland?
A
Kapitalistisch
B
Democratisch
C
Communistisch
D
Socialistisch

Slide 4 - Quizvraag

Door de gevolgen van WO 1 ontstond de economische crisis, leg dit uit.

Slide 5 - Open vraag

Fascisme in Europa
  • 'Oplossing voor de crisis'

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken van fascisme (1)
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen

  • Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken van fascisme (2)

  • Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)


Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken van fascisme (3)

  • Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.

  • Geweld is goed: geen woorden maar daden

  • De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.

Slide 9 - Tekstslide

 Nationaal-Socialisme
  • Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld

  • Ook wel: nazisme genoemd

  • De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd

  • De Nederlandse NSB was ook nationaal-socialistisch

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken van nationaal-socialisme

  • Het Duitse ras moet raszuiver worden gehouden.

  • Rassenleer en antisemitisme

  • Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.

  • Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video


Fascisme

  • Fascisme is een politieke stroming, 
  • Wordt ook wel extreem-rechts genoemd

  • De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
  • Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 13 - Tekstslide


Benito Mussolini


  • Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
  • Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)

  • Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.

Slide 14 - Tekstslide

Hitler's jonge jaren
Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak ging hij vrijwillig het Duitse leger in.

In oktober 1918 raakte hij in België gewond. 

De overgave van het Duitse leger hoorde hij in het ziekenhuis. 

Slide 15 - Tekstslide

Nazi
  • Partij van Hitler 

  • Legt schuld oorlog bij de Joden en communisten

  • Duitsland heeft sterke leider nodig

  • Gebruik van Propaganda (Reclame)

Slide 16 - Tekstslide


Steeds meer aanhangers voor de NSDAP ook wel Nazi's genoemd
Hitler belooft:
  1. Economisch herstel;
  2. Schande van het verdrag van Versailles ongedaan maken.
  3. Een Duitsland om trots op te zijn.





Slide 17 - Tekstslide

Hitler in de politiek
  • Hitler blijkt een talent te hebben voor het houden van toespraken. Deze toespraken worden gehouden in bierkelders. 

  • Binnen de partij, inmiddels omgedoopt tot NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij), neemt Hitler steeds meer de rol van leider op zich.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Hitler in de politiek
  • Hitlers ideeën spreken veel mensen aan:


  • Weg met het Verdrag van Versailles!

  • Niet denken maar doen!
    Desnoods met geweld!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Rijksdagbrand
Hitler grijpt zijn kans en roept noodtoestand uit (en zet alle andere partijen buitenspel).

Slide 23 - Tekstslide

Hitler wordt dictator
1933: Parlementsgebouw in brand

Hitler krijgt tijdelijk de macht om ze aan te pakken door de Machtigingswet

Zodra hij aan de macht is... schaft hij de democratie af! Zijn partij nog enkel toegestaan...

Hitler wordt alleenheerser / dictator

Hitler wordt dictator - alleenheerser - hij laat zich Führer noemen (leider).

Slide 24 - Tekstslide