De locatie is van belang om aardrijkskunde te verklaren
Je gebruikt topografie om informatie te koppelen
Niet exact alles aan kunnen wijzen maar wel een mentaal beeld
Slide 2 - Tekstslide
1. Welke indicator laat het best zien hoe geglobaliseerd een land is?
A
Hoeveelheid handel en met wie?
B
Toegang tot communicatie: Aantal computers
C
Contacten met andere landen (toerisme, migranten en internationale telefoongesprekken)
D
Verbondenheid op politiek vlak: lidmaatschap van organisaties zoals de Europese Unie.
Slide 3 - Quizvraag
2. Wat voor model zie je terug op het plaatje?
A
Concentrisch model
B
Sector stadsmodel
Slide 4 - Quizvraag
3. Juist of onjuist?
Egypte is een land dat behoort tot de 'semiperiferie'
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Belang van Kaarten
Aardrijkskunde = verschijnselen en
processen die zich afspelen op aarde
Kaart geeft informatie over :
ruimtelijke verschijnselen
patronen
processen
Bron: handreiking toets ak
Tip: kaarten in de handreiking --> wat valt je op?
Slide 7 - Tekstslide
Belang van Kaarten
Hoe zijn verschijnselen gespreid?
Vertonen ze een patroon?
Slide 8 - Tekstslide
Waar denk je dat deze kaart over gaat?
Slide 9 - Open vraag
Valt dit patroon samen met een ander patroon?
Slide 10 - Tekstslide
Kaartlezen
Lokaliseren: waar ligt dit gebied?
Oriënteren: wat is de schaal van de kaart? Wat is het onderwerp van de kaart? De titel lezen van een kaart is dus van belang.
Karakteriseren: wat zijn de kenmerken van het gebied? Waarvan is er veel en waarvan is er weinig? Het gebruik van de legenda is hier essentieel.
Tips
bekijk wat je opvalt
leg verbanden
verklaar
lees de legenda goed
Hoe komt topografie en kaartlezen terug in de toelatingstoets?
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeldvraag toets ak 1.
Landbouw in de woestijn van Arizona (VS)
Waar in Arizona is deze foto genomen?
A
aan de kust waar een vochtige zeewind waait
B
aan de voet van de bergen waar in de zomer de sneeuw smelt
C
in het gedeelte van de woestijn waar een aquifer is
Slide 12 - Quizvraag
Uitleg aquifer & irrigatie
Aquifer: een natuurlijke waterlaag in de ondergrond die tegengehouden wordt door een ondoorlatende laag.
In droge gebieden worden aquifers vaak gebruikt om irrigatiewater uit te halen.
Irrigatie: het op een kunstmatige manier opbrengen van water op het land.
Slide 13 - Tekstslide
Soorten kaarten -
topografische kaart
Hierop vind je de belangrijkste landschappelijke elementen, zoals, wegen, dorpen, beken, bossen, akkers, weilanden.
Slide 14 - Tekstslide
Soorten kaarten -
de natuurkundige kaart
Hierop staan de belangrijkste natuurlijke elementen in een gebied, zoals rivieren, gebergtes, vlaktes. Voor de oriëntatie staan er ook de landsgrenzen op.
Bron: handreiking toets ak
Slide 15 - Tekstslide
Soorten kaarten -
de staatkundige kaart
Hierop staan de staten/landen afgebeeld.
Vaak vind je er ook nog de belangrijkste plaatsen en verbindingswegen.
Als het voor Nederland alleen is dan worden de provincies afgebeeld.
Bron: handreiking toets ak
Slide 16 - Tekstslide
Soorten kaarten -
de thematische kaart
Op een thematische kaart worden bepaalde onderwerpen in kaart gebracht. In het geval hiernaast het aantal mensen dat in de verschillende EU-lidstaten met computers werkt (verouderde kaart).
Bron: handreiking toets ak
Slide 17 - Tekstslide
Soorten kaarten -
de overzichtskaart
Op een overzichtskaart wordt aangeduid waar zich detailkaarten bevinden.
Slide 18 - Tekstslide
Soorten kaarten -
de wegenkaart
Op een overzichtskaart wordt aangeduid waar zich detailkaarten bevinden.
Slide 19 - Tekstslide
Aanduidingen op de kaart
Lijn- en breukschaal
Legenda's
Op een overzichtskaart wordt
aangeduid waar zich detailkaarten bevinden
Slide 20 - Tekstslide
Energizer
Ga in je groepjes aan de slag met de aardrijkskundige begrippen.
Pak de 30 seconds kaartjes erbij en wissel het blad om.
Tel de punten van de woorden die je raadt.
timer
5:00
Slide 21 - Tekstslide
Vraag 2
De grens tussen gematigde gebieden en tropen ligt in het westen van zuidelijk Afrika hoger dan in het oosten.
Wat is hier de oorzaak van?
A. door de koudere zeestroom in het westen B. door het droge klimaat in het westen C. door het hooggebergte in het westen D. door de warmere zeestroom in het westen
Slide 22 - Tekstslide
De grens tussen gematigde gebieden en tropen ligt in het westen van zuidelijk Afrika hoger dan in het oosten.
A
door de koudere zeestroom in het westen
B
door het droge klimaat in het westen.
C
door het hooggebergte in het westen
D
door de warmere zeestroom in het westen.
Slide 23 - Quizvraag
Vraag 3
Op de kaart zie je de bevolkingsdichtheid van de wereld met steden omcirkeld.
welke steden zijn op de kaart
weergeven?
Alle steden met .... inwoners
A. 50-100 miljoen
B. 10-50 miljoen
C. 100 of meer miljoen D. 1-10 miljoen
Slide 24 - Tekstslide
Welke steden zie je op de kaart?
Alle steden met ...... inwoners
A
50-100 miljoen
B
10-50 miljoen
C
100 of meer miljoen
D
1-10 miljoen
Slide 25 - Quizvraag
Energizer - topo
Hoe ga je te werk?
Benoem een groepsleider: hij/zij coördineert en houdt de tijd bij (10 min)
Iedereen neemt 3 minuten de tijd om 4 'lastige' landen/gebieden te noteren a.d.h.v. de lijsten.
Om de beurt noemt iemand een land.
De rest wijst het land z.s.m. aan op de kaart (boek of wb).
Wie het snelst is, verdient een punt - onthoud deze punten.