Transport in en uit de cel/ metabolisme/ ATP

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Huiswerk , Vragen?
leerdoelen doornemen
korte uitleg 
zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat de begrippen intercellulair en extracellulair betekenen.

Je kunt toelichten welke rol diffusie en osmose spelen bij passief transport van stoffen via de celmembraan.
Je kunt beschrijven hoe de cel door de enzymatische pomp stoffen naar binnen en naar buiten transporteert.
Je kunt beschrijven hoe de cel door blaasjestransport stoffen naar binnen en naar buiten transporteert.


Slide 3 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 4 - Tekstslide

transport in de cel
Passief transport (kost geen energie ATP)
Actief transport (kost energie ATP)

Slide 5 - Tekstslide

Osmose difussie
Diffusie: beweging van deeltjes van een plaats waar ze in een hoge concentratie voorkomen naar een plaats waar ze in lagere lage concentratie voorkomen
Osmose: beweging van water en gassen door een halfdoorlatend membraan, in de richting van de hoogste concentratie opgeloste stoffen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Actief transport 
Kost energie (ATP)
enzymatische pomp: transportmechanisme in en uit de cel, waarbij vervoersenzymen de stoffen door de celmembraan loodsen
Blaasjes transport: transport van stoffen in en uit de cel waarbij een stukje celmembraan rondom het te transporteren deeltje stulpt en een blaasje vormt

Slide 8 - Tekstslide

Blaasjes transport

Slide 9 - Tekstslide

Als de cel deeltjes opneemt, heet dit endocytose. 
Als de cel deeltjes buiten de cel brengt heet dit exocytose.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat het begrip stofwisseling inhoudt.

Je kunt toelichten wat de opbouwstofwisseling (assimilatie) inhoudt.
Je kunt toelichten wat de afbraakstofwisseling (dissimilatie) inhoudt.
Je kunt de verbrandingsreactie in de cel in een formule weergeven.
Je kunt benoemen wat de verschillen zijn tussen aerobe en anaerobe dissimilatie.
Je kunt aangeven hoe ATP in de cel ontstaat.
Je kunt uitleggen wat de functie is van ATP.
Je kunt uitleggen wat de functie is van enzymen.
Je kunt benoemen wat de zes eigenschappen van enzymen zijn.







Slide 11 - Tekstslide

Metabolisme
Metabolisme = stofwisseling
omzetten van de ene stof in de andere

Slide 12 - Tekstslide

Anabool/katabool
Anabool = opbouw, kost energie
 het maken van bouwstoffen noem je opbouwstofwisseling of assimilatie.
Katabool = afbraak geeft energie
er is sprake van afbraak van stoffen dit noem je  afbraakstofwisseling of dissimilatie.

Slide 13 - Tekstslide

Verbranding in de cel
Veel voorkomende afbraak reactie is de verbranding.
Bij verbranding is altijd zuurstof nodig, daarom wordt verbranding aerobe dissimilatie genoemd
afvalstoffen: CO2 en H2O

Slide 14 - Tekstslide

anaerobe dissimilatie
anaerobe dissimilatie vindt plaats in de spieren
Dan schakelt de cel over op afbraak van energierijke stoffen, zonder dat daar zuurstof bij gebruikt wordt. Dat noem je anaerobe dissimilatie. Een voordeel is dat de cel toch energie kan vrijmaken.
Energieopbrengst is lager
meer afvalstoffen

Slide 15 - Tekstslide

Energie in de Cel
ADP en ATP
Zodra er energie door de verbranding vrijkomt, kan er een derde fosfaatmolecuul aan ADP worden gebonden. Dan heet de stof adenosinetrifosfaat (ATP, tri = drie). Tegelijk met het fosfaatmolecuul wordt er een beetje energie opgeslagen. Die derde fosfaatbinding noem je dan ook een energierijke binding. ADP is nu opgeladen; ATP ‘bewaart’ de energie.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Ga aan de slag met de opdracht uit onderwijsonline
Huiswerk
Maak transport in de cel , celstofwisseling en levensloop van de cel 
Lees uit Thieme meuelhof van weefsels dekweefsel en steunweefsel

Slide 17 - Tekstslide

Levensloop van de cel
Je kunt beschrijven wat de drie levensfasen van een cel zijn.

Je kunt beschrijven hoe de fases van de celdeling verlopen.
Je kunt uitleggen wat met differentiatie van cellen bedoeld wordt.
Je kunt uitleggen wat met specialisatie van cellen bedoeld wordt.
Je kunt uitleggen wat stamcellen zijn



Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Ga in groepjes van 4-5 personen de leerdoelen uitwerken op een flap over en presenteer deze. 

Slide 19 - Tekstslide