BEDA Kijk- en luistervaardigheid - les 4

Startopdracht


1. Hart voor de zaak hebben.
2. Slecht gemutst zijn.
3. Een boekje open doen.
4. Lachen als een boer met kiespijn.
5. Haastige spoed is zelden goed.
6. Door het lint gaan.
7. Een hart van steen hebben.
8. Een boom opzetten.



Kies uit: 

a. slechte dingen vertellen
b. een gezellig, lang gesprek houden 
c. een slecht humeur hebben 
d. er veel voor over hebben 
e. je zelfbeheersing verliezen 
 f. zuur lachen 
g. als je gehaast werkt gaat het meestal verkeerd 
 h. geen medelijden met anderen hebben
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht


1. Hart voor de zaak hebben.
2. Slecht gemutst zijn.
3. Een boekje open doen.
4. Lachen als een boer met kiespijn.
5. Haastige spoed is zelden goed.
6. Door het lint gaan.
7. Een hart van steen hebben.
8. Een boom opzetten.



Kies uit: 

a. slechte dingen vertellen
b. een gezellig, lang gesprek houden 
c. een slecht humeur hebben 
d. er veel voor over hebben 
e. je zelfbeheersing verliezen 
 f. zuur lachen 
g. als je gehaast werkt gaat het meestal verkeerd 
 h. geen medelijden met anderen hebben

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht

1. beter een half ei dan een lege dop =
2. dat is een peulenschil =
3. het is koek en ei =
4. in de bonen zijn =
5. op eieren lopen =
6. voor een appel en een ei =

 Zoek de uitdrukking en de betekenis bij elkaar:

 
• beter iets dan niets
• hun verhouding is goed
• heel goedkoop
• heel voorzichtig zijn
• een kleinigheid
• in de war zijn

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Oefenen kijk- luisterfragmenten
- Aantekeningen maken

- Enquête invullen 
- Fragment Dylan Hagens - Je twee beste vragen
- Fragment Matchfixing- intensief kijken en luisteren
- Fragment 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Inhalen leesvaardigheid Nederlands: 
Vrijdag 10 januari 13.15 uur. 

Slide 5 - Tekstslide

Je oefent intensief kijken en luisteren
Je oefent zoekend kijken en luisteren
Doel van de les: 

Slide 6 - Tekstslide

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Instructie en Aantekeningen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden
Wanneer jij deze uit het hoofd weet is het doel van het filmpje sneller duidelijk. 

Het is ook makkelijker, want zo herken je sneller het doel van de spreker.(ook zeer belangrijk voor het onderdeel leesvaardigheid).

Slide 9 - Tekstslide

Zo selecteer je informatie:
Let op de aandachtspunten die worden genoemd in de opdracht. Lees die punten goed door voor je gaat kijken.

Concentreer je niet alleen op wat gezegd wordt, maar ook op de beelden.
Let op signalen van de sprekers, zoals: Ik zal een aantal voorbeelden noemen…Een nadeel is wel…
Luister goed naar woorden die met nadruk worden uitgesproken. Deze zijn vaak belangrijk.


Slide 10 - Tekstslide

Aantekeningen maken 
- Luister goed naar alles wat er wordt gezegd. 

- Schrijf alleen hoofdzaken op
- Gebruik steekwoorden (meestal zijn dat zelfstandige naamwoorden)
- Je kunt ook afkortingen gebruiken

Slide 11 - Tekstslide

Kijken en luisteren 
naar een interview
Informatie krijg je door te luisteren wat iemand zegt, maar ook door hoe iemand iets zegt.
- houding, gezichtsuitdrukking, intonatie (stemgebruik)
Let goed op: 
de interviewer: maakt hij oogcontact. laat hij merken dat hij luistert
de geïnterviewde: zit hij ontspannen, laat hij emoties zien, ontwijkt hij vragen
het taalgebruik: letterlijk en figuurlijk

Slide 12 - Tekstslide

Kijken en luisteren naar een discussieprogramma
In discussieprogramma's praten mensen onder leiding van een gespreksleider over een onderwerp. Het zijn vaak meningvormende discussies. 
Let op:
het onderwerp: welke mening wordt er gegeven en wat zijn de belangrijkste argumenten.
de uitspraken: is het een mening, argument of een conclusie?
luister kritisch: met welke sprekers ben jij het eens of oneens en waarom?

Slide 13 - Tekstslide

Welke toetsvragen passen bij dit fragment?

Bedenk er minimaal 5 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Noteer je twee beste vragen

Slide 16 - Open vraag

Intensief kijken en luisteren 
In de volgende video vertelt een presentator over matchfixing.
Je gaat eerst de video bekijken en daarbij goed opletten. Kijk- en luister precies en maak ondertussen aantekeningen in je schrift.
Na de video krijg je 5 vragen. Die beantwoord je de vragen met behulp van de aantekeningen die je gemaakt hebt.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Welke sport noemt de presentator niet?
A
darten
B
hockey
C
voetbal

Slide 19 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij matchfixing?
A
Iemand beïnvloedt het spel geheel of gedeeltelijk.
B
Er wordt voor gezorgd dat het spel aantrekkelijker wordt.

Slide 20 - Quizvraag

Waardoor ontstaat matchfixing?
A
Door mensen die graag gokken.
B
Door spelers die geen eerlijke wedstrijd willen spelen.

Slide 21 - Quizvraag

Gokken op een hattrick geeft niet veel zekerheid. Wat wel?
A
De eindstand van de wedstrijd.
B
Wie de eerste goal scoort.
C
Wie een gele kaart krijgt (slecht speelt).

Slide 22 - Quizvraag

In wat voor wedstrijden wordt er meer gefixt?
A
Eredivisie, want daar verdien je meer mee.
B
Lagere divisies, want dat valt minder op.

Slide 23 - Quizvraag

Zoekend luisteren

Beschrijf in minimaal twee zinnen het probleem van Peter.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Zoekend luisteren
  • Hoeveel geld krijgt Peter terug?
  • Hoe heet de vliegtuigmaatschappij?
  • Wat is het beroep van de vrouw in de blauwe blouse met witte hartjes?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Zoekend luisteren

- Hoeveel bezoekers wil de Efteling?

- Over welke sprookjes heeft de boom het?

- Waar wonen/werken de bakkers?

- Wie heeft Arjan Lubach tijdens een aflevering belachelijk gemaakt?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Aan het werk...

Oefenen op examensite.nl
Kijken en luisteren oefenen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Wat is het onderwerp van het filmpje?
A
Schoon drinkwater in Groningen
B
Watertappunten in Groningen
C
Vergunningen aanvragen voor watertappunten

Slide 32 - Quizvraag

Hoeveel watertappunten zijn er in Groningen?
A
Dat is niet gezegd
B
2
C
3
D
4

Slide 33 - Quizvraag

Noem twee voordelen van tappunten, die in het filmpje genoemd zijn.

Slide 34 - Open vraag

Hoe werkt de watertap?

Slide 35 - Open vraag

Wat heeft de organisatie ‘Join the pipe’ als doelstelling?

Slide 36 - Open vraag

Welke gedachte heeft de organisatie 'Join the pipe' bij het plaatsen van ieder verkocht watertappunt?

Slide 37 - Open vraag

Hoeveel kost een watertap?

Slide 38 - Open vraag

Er zijn weinig watertappunten.
Noem twee oorzaken die in het filmpje genoemd zijn.

Slide 39 - Open vraag

Je kunt gericht kijken en luisteren naar een kijk- en luisterfragment om de hoofd- en bijzaken uit een fragment te halen.
Doel van de les: 

Slide 40 - Tekstslide

Startopdracht


1. Hart voor de zaak hebben.
2. Slecht gemutst zijn.
3. Een boekje open doen.
4. Lachen als een boer met kiespijn.
5. Haastige spoed is zelden goed.
6. Door het lint gaan.
7. Een hart van steen hebben.
8. Een boom opzetten.



Kies uit: 

a. slechte dingen vertellen
b. een gezellig, lang gesprek houden 
c. een slecht humeur hebben 
d. er veel voor over hebben 
e. je zelfbeheersing verliezen 
 f. zuur lachen 
g. als je gehaast werkt gaat het meestal verkeerd 
 h. geen medelijden met anderen hebben

Slide 41 - Tekstslide