Oefentoets huurrecht

Oefentoets huurrecht
leerjaar 3
OP3
schooljaar 2024/2025
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
HuurrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets huurrecht
leerjaar 3
OP3
schooljaar 2024/2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk goed kun je NIET huren?
A
hockeyveld
B
landbouwgrond
C
voetbalstadion

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huur of geen huur?

Jim spreekt met bedrijf X af dat hij voor € 450,-- per maand een garage mag gebruiken om zijn werkzaamheden als interieurbouwer te verrichten.
A
Sprake van huur
B
Geen sprake van huur

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een plicht van de verhuurder?
A
zaak in eigendom overdragen
B
zaak ter beschikking stellen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee plichten van de huurder.

Slide 5 - Open vraag

huursom op tijd betalen;
goed huurder/zaak conform bestemming gebruiken;
toestemming vragen voor veranderingen;
kleine reparaties verrichten;
zaak weer teruggeven;
in eenzelfde staat weer teruggeven

Sanne wil in haar huurhuis graag openslaande tuindeuren laten installeren. Wat heeft zij hiervoor nodig?
A
Mondelinge toestemming van de verhuurder.
B
Schriftelijke toestemming van de verhuurder.
C
Dit mag je als huurder ook zonder toestemming doen.
D
Dergelijke veranderingen mag je als huurder nooit doen.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verhuurder van Sanne (vorige vraag) heeft na 2 weken nog niets laten weten. Binnen hoeveel weken moet de verhuurder iets laten weten?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gebreken moeten door de verhuurder worden betaald?
A
buitenschilderwerk, kozijn vervangen, kakkerlakken bestrijden
B
ramen wassen, tuin onderhouden, mieren bestrijden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Stelling 1: Huurbescherming betekent bescherming tegen onredelijke huurprijsverhoging en tegen de onredelijke opzegging van het huurcontract.
Stelling 2: Met een urgentieverklaring krijg je een koopwoning sneller.
A
Stelling 1 klopt
B
Stelling 2 klopt.
C
Beide stellingen kloppen.
D
Beide stellingen kloppen niet.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een sociale huurwoning is de maximale huurprijs ook altijd de juiste huurprijs.
A
Waar, want de verhuurder mag alles vragen tot de grens van de maximale huurprijs
B
Niet waar, want soms is de maximale huurprijs nog te hoog, omdat die prijs niet in verhouding is met de woning

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we een huurovereenkomst waarbij de verhuurder de overeenkomst mag opzeggen als de huurder niet meer studeert?
A
campuscontract
B
overeenkomst tot verhuur van een hospitakamer

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

IT'er Janneke (24) woont in een dure huurflat. Zij is bevriend met Sander (22), een arme muzikant. Hij komt maar niet aan woonruimte. Daarom biedt Janneke hem aan om in haar woning te komen wonen. Dat vindt zij eigenlijk ook wel gezelliger. Sander trekt in. Sander wil nu ook medehuurder worden en vraagt daarom bij de verhuurder. Mag Sander medehuurder worden? Leg uit + benoem het artikel!

Slide 12 - Open vraag

goed antwoord: 1 punt
goede uitleg: 1 punt
nee, want er is geen sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding tussen beiden. Het voldoet dan ook niet aan de genoemde eisen is lid 3 van art. 7:267 BW.
Een urgentieverklaring dient men aan te vragen bij:
A
Gemeente
B
Woningcorporatie
C
Verhuurder
D
Koning

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vraag of de huurprijs zelf kan worden bepaald door de verhuurder hangt af van de liberalisatiegrens. Welke 2 categorieën huurwoningen worden door deze grens gescheiden?
A
sociale huur - huur in de vrije sector
B
sociale huur - middenhuur
C
middenhuur - huur in de vrije sector

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het stelsel op basis waarvan bepaald wordt hoeveel een woning maximaal mag kosten?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Marc huurt bij Wooninc, die de servicekosten weer eens hebben verhoogd. Marc is het er niet mee eens en wil hier iets tegen doen. Wooninc heeft namelijk al aangegeven bij Marc dat zij niets gaan aanpassen. Naar wie moet Marc toe om hierover te klagen en in welk artikel staat dit?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke twee eisen moet een zelfstandige woning voldoen? En waar (in welk artikel) staat dat?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Henk en Ingrid huren een zelfstandige woning. De verhuurder wil de huur opzeggen. In welk artikel staan de opzeggronden op basis waarvan hij de huur mag opzeggen?
A
Artikel 7:210 BW
B
Artikel 7:201 BW
C
Artikel 7:274
D
Artikel 7:271 BW

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De tegenprestatie bestaat altijd uit het betalen van de huurprijs.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het betalen van de huurprijs is een belangrijk element in het huurrecht. Op het moment dat de huurder de huurprijs van één maand is vergeten op tijd te betalen, kan de verhuurder de huurovereenkomst meteen ontbinden. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel succes met leren!!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies