Lezen en schrijven van een betoog 3F

Argumenteren: betoog

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Argumenteren: betoog

Slide 1 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid
Schrijven van een betoog

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding
- onderwerp introduceren
- aandacht lezer trekken
- benoemen stelling en standpunt
Denk eraan; De eerste alinea is de pakkende inleiding, de tweede de informerende alinea en aan het einde van de tweede alinea staat het standpunt.
Kernalinea 1
Argument 1 voor uitwerken met subargument en voorbeeld
'ten eerste', 'allereerst' 
Kernalinea 2
Argument 2 voor uitwerken met subargument en voorbeeld
'ten tweede', 'daarnaast', 'bovendien'
Kernalinea 3
Tegenargument tegen standpunt of tegen laatste argument  uitwerken en direct weerleggen door goede ontkrachting
Slot
Conclusie geven
'dus', 'kortom'
Opbouw betoog

Slide 3 - Tekstslide

Maak voordat je begint te schrijven altijd een bouwplan!

Slide 4 - Tekstslide

Stel, het onderwerp van het betoog is: de legalisering van softdrugs. Welke stelling kun je daarbij bedenken?

Slide 5 - Open vraag

Stel, het onderwerp voor het betoog is:
jongeren en maatschappelijke dienstplicht.
Welke stelling zou je daarbij maken?

Slide 6 - Open vraag

Argumenteren
In het volgende filmpje wordt het gebruiken van argumenten nog eens uitgelegd. De eerste 2 minuten en ongeveer 20 seconden van belang.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om je eerste argument aan te geven?
A
Allereerst
B
Vervolgens
C
Ten eerste
D
Bovendien

Slide 9 - Quizvraag

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een tweede argument aan te geven?
A
Bovendien
B
Ten tweede
C
Vervolgens
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag

Met welk signaalwoord kun je een tegenargument aangeven?
A
Maar
B
Echter
C
Daarentegen
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quizvraag

Wat kan je schrijven in je slot?
A
Nieuwe argumenten
B
Een samenvatting van je beste argumenten
C
Nog een laatste tegenargument
D
Een herhaling van je standpunt

Slide 12 - Quizvraag

Einde
Denk altijd aan je spelling en zinsbouw.
Als je daar slordig mee omgaat, geeft dat helaas nogal wat aftrekpunten.

Slide 13 - Tekstslide