Geld lenen kost Geld!

Paragraaf 3.3 
Geld lenen kost Geld!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.3 
Geld lenen kost Geld!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Een hypothecaire en persoonlijke lening van elkaar kunnen onderscheiden.

2. Leenvormen en leenmotieven kunnen uitleggen en opnoemen.

3. De aflossing en rente van een (hypothecaire)lening kunnen onderscheiden.

Slide 2 - Tekstslide

Lening / Krediet

Slide 3 - Woordweb

Krediet
  • ju
  • k


Lening / Krediet
  • Bank
  • vergoeding (rente)
  • terugbetalen (aflossing)
  • termijnbedrag 
  • Looptijd

Slide 4 - Tekstslide

Kredietkosten / kosten van de lening

Formule:

Kredietkosten= aantal termijnen x termijnbedrag - lening
  

Slide 5 - Tekstslide

Merel en Nadia willen een Ferrari kopen. Zij nemen een lening van €150.000. De lening heeft een looptijd van drie jaar.

A. Bereken met behulp van de tabel hieronder hoeveel zij in totaal
terugbetalen voor deze lening.

B. Bereken wat de kredietkosten van deze lening zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Merel en Nadia willen een Ferrari kopen. Zij nemen een lening van €15.000. De lening heeft een looptijd van drie jaar.

a € 4560 × 36 = € 164.160
b € 164.160 - € 150.000 = € 14160

Slide 7 - Tekstslide

Maar Merel en Nadia  hadden ook een andere looptijd kunnen kiezen.

a Bereken de kredietkosten bij een looptijd van:
1 jaar en bij
5 jaar

Slide 8 - Tekstslide

Maar Merel en Nadia  hadden ook een andere looptijd kunnen kiezen.

a Bereken de kredietkosten bij een looptijd van:
Eén jaar: € 12.910 × 12 – € 150.000 = € 4920 kredietkosten
Vijf jaar: € 2900 × 60 – € 150.000 = € 24.000 kredietkosten

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn motieven /
redenen om te lenen

Slide 10 - Open vraag

De redenen op een rij
  • Tijdelijk tekort geld 
  • Duurzaam consumptie goed
  • Onverwachte uitgave 
  • Kopen van een huis


Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een hypothecaire lening en een krediet

Slide 12 - Open vraag

Hypothecaire lening
  • Onderpand
  • Lagere rente
  • Zekerheid 

Slide 13 - Tekstslide

Consumptief krediet
  • Hoge kosten
  • duurzame consumptie

kredietvormen:
  • Persoonlijke lening 
  • Doorlopend krediet
  • Salariskrediet

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk/tijdens de les

opgave 3, 4, 7, 9, 10 en 11

Slide 15 - Tekstslide