SMART doelen

Kennismaking met de cliënt en ondersteuningsplan
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Kennismaking met de cliënt en ondersteuningsplan

Slide 1 - Tekstslide

Overzicht
Terugblik vorige les
Theorie doelen en SMART
Oefeningen
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Waar staat de PES voor?

Slide 3 - Tekstslide

Peter heeft een verstandelijke beperking. Sinds twee weken woont hij niet meer bij zijn ouders, maar op zichzelf. Het lukt hem echter niet om structuur te houden. Hij blijft tot middernacht gamen en kan hierdoor 's ochtend slecht uit bed komen.

Maak hier een PES van.

Slide 4 - Tekstslide

SMART doelen

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen

• Je kan de relatie tussen ondersteuning- of zorgvragen leggen en het doel.
• Je kan het begrip SMART doelen uitleggen
• Je kan doelen opstellen volgens de SMART methode opstellen

Slide 6 - Tekstslide

Maken van doelen
  • Doelen volgen uit PES
  • Maak onderscheid in doelen
  • Let op de hoeveelheid doelen
  • Focus niet alleen op verbetering
  • Stem doelen af met anderen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Fout voorbeeld
Doel: Ik wil over 2 jaar mijn PBMZ diploma behaald hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Doel: Ik wil over 3 jaar mijn PBMZ diploma behaald hebben.
Dit is om de volgende redenen niet goed geformuleerd:
1. Over 3 jaar vanaf welke datum? (niet tijdsgebonden weergegeven)
2. Ik wil... (in de evaluatie kun je niet kijken of je deze wens nog steeds hebt, het gaat dus niet over het wel of niet behaald hebben van je diploma)
3. PBMZ diploma (is niet concreet genoeg)

Slide 10 - Tekstslide

Doel: In juli 2025 neem ik mijn diploma Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg in ontvangst.

Dit is om de volgende redenen goed geformuleerd:
1. Specifiek: het is bekend om wat voor soort diploma het gaat.
2. Meetbaar: omdat je het diploma in ontvangst neemt.
3. Acceptabel: volgens de richtlijnen van de opleiding zou dit mogelijk moeten zijn.
4. Realistisch: omdat je nog 2 jaar de tijd hebt om je doel te behalen volgens de daarvoor geldende richtlijnen van de opleiding.
5. Tijdsgebonden: omdat de eindtijd toetsbaar is.

Slide 11 - Tekstslide

Kijkopdracht

Welke valkuilen zijn er bij het maken van SMART doelen?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Kijkopdracht

Welke valkuilen zijn er bij het maken van SMART doelen?

Slide 14 - Tekstslide

4 stappen
Stap 1: Bepaal wat je belangrijk vindt
Stap 2: Maak het doel SMART
Stap 3: Vertaal het doel naar actie
Stap 4: Evalueer regelmatig

Slide 15 - Tekstslide

Tips
  • Formuleer de doelen altijd zo, alsof ze behaald zijn. 
  • Gebruik actie gerichte werkwoorden als: fietsen; lopen; schrijven; benoemen; zeggen; besluiten.
  • SMART-doelen formuleren kan soms best ingewikkeld zijn, vraag dan gerust of iemand met je mee wil kijken/denken.
  • Formuleer in een doel niet HOE je iets gaat behalen. 

Slide 16 - Tekstslide

Woorden om te vermijden
Willen
is een wens en geen doel
Ga doen/gaan doen
een voornemen, komt nog wel een keer…,is dus
geen doel
Ken, weten
dit zit in je hoofd, kan dus niet getoetst worden
Hebben/krijgen
hoef je niet per definitie iets voor te doen
Beter, meer, vaker
wat is beter, hoeveel meer, hoe vaak is vaak?

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen
zie Teams -> Kennismaking met cliënt en ondersteuningsplan->
Bestanden -> SMART doelen maken.

Werk zelfstandig aan deze opdrachten.

Ben je klaar? Dan kun je het antwoordenblad bij mij halen en de vragen met elkaar nakijken.

Slide 18 - Tekstslide

Een doel dat te behalen is binnen vier weken is...
A
korte termijndoel
B
lange termijndoel

Slide 19 - Quizvraag

Welk soort doelen kan ontmoedigen maken?
A
korte termijndoel
B
lange termijndoel

Slide 20 - Quizvraag

Op welke manieren kun je ervoor zorgen dat een cliënt niet overspannen raakt van de doelen die hij moet bereiken?

Slide 21 - Open vraag

Doelen stellen doe je niet alleen. Noem minstens drie partijen met wie je moet overleggen.

Slide 22 - Open vraag

Afsluiting

  • Je kan de relatie tussen ondersteuning- of zorgvragen leggen en het doel.
• Je kan het begrip SMART doelen uitleggen
• Je kan doelen opstellen volgens de SMART methode opstellen

Slide 23 - Tekstslide