In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Planning vandaag/deze week:
Hoofdstuk 3 leesvaardigheid blz. 72 t/m 77
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 3
Ik kan/weet:
Een tekst precies lezen.
De hoofdgedachte van een tekst bepalen.
De inleiding en het slot van een tekst herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
Een tekst bestaat vaak uit drie delen
Inleiding: introductie onderwerp tekst, kan uit meerdere alinea's bestaan.
Middenstuk: staat de meeste informatie (kern).
Slot: het laatste deel van de tekst, vaak met een samenvatting of conclusie.
Slide 4 - Tekstslide
0
Slide 5 - Video
Hoofdgedachte
De inhoud van de tekst samengevat in één volledige zin.
De zin geeft antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?
Hoe vind je de hoofdgedachte?
Staat meestal in de inleiding of het slot.
Soms vind je de hoofdgedachte letterlijk in de tekst en soms moet je deze zelf formuleren.
Je vindt de hoofdgedachte door de tekst precies te lezen.
Slide 6 - Tekstslide
Wat gaan we nu doen?
We pakken de laptop erbij en gaan verder met de oefeningen die klaar staan in de digitale omgeving van Nieuw Nederlands bij de planning 'Leesvaardigheid H3 lesopdrachten'.
Als je klaar bent, begin je of ga je verder met het huiswerk
dat klaarstaat onder planning 'Leesvaardigheid H3 huiswerk'.
timer
15:00
Slide 7 - Tekstslide
Evaluatie
Wat was het doel van deze les?
Slide 8 - Tekstslide
Wat vind je niet in een inleiding?
A
het onderwerp van de tekst
B
een anekdote (grappig verhaaltje)
C
bijzondere situatie
D
conclusie
Slide 9 - Quizvraag
Wat vind je in het slot?
Slide 10 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
een paar gedachten over het onderwerp
B
het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
Slide 11 - Quizvraag
Waar vind je de hoofdgedachte van de tekst?
A
in de inleiding
B
in het slot
C
in de kern
D
in de inleiding of het slot
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? Het was een mooie vakantie. Met de auto zijn we naar een huisje in Spanje gereden. Dit huisje had een zwembad en stond tegenover het strand. We zaten dicht bij een stad en het was heel warm en zonnig weer. We hebben ook veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk.
Slide 13 - Open vraag
Deze week (15 t/m 18 nov)
Leesvaardigheid H3 blz. 72 t/m 77
Maken opdrachten in de digitale omgeving Nieuw Nederlands of vanuit je lesboek en in je schrift.