In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Planning vandaag/deze week:
Hoofdstuk 3 leesvaardigheid blz. 72 t/m 77
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 3
Ik kan/weet:
Een tekst precies lezen.
De hoofdgedachte van een tekst bepalen.
De inleiding en het slot van een tekst herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
Een tekst bestaat vaak uit drie delen
Inleiding - middenstuk - slot.
In het middenstuk staat de meeste informatie (kern).
Slide 4 - Tekstslide
Inleiding
Hierin wordt duidelijk wat het onderwerp van een tekst is.
De lezer wordt nieuwsgieriggemaakt naar de rest van de tekst.
Je vindt hier vaak een voorbeeld, een grappig verhaaltje (anekdote).
Kan uit meerdere eerste alinea's bestaan!
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeld inleiding:
Het coronavirus, ziek worden en de maatregelen. Veel kinderen maken zich er zorgen om. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het NOS Jeugdjournaal.
bron: www.kidsweek.nl
Slide 6 - Tekstslide
Slot
Het laatste deel van een tekst
Je vindt hier een conclusie of samenvatting.
Er kan naar de toekomst gekeken worden.
Er kan aangehaakt worden bij de inleiding.
Let op: in een nieuwsbericht ontbreekt vaak het slot
Slide 7 - Tekstslide
0
Slide 8 - Video
Hoofdgedachte
De inhoud van de tekst samengevat in één volledige zin.
De zin geeft antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?
Hoe vind je de hoofdgedachte?
Staat meestal in de inleiding of het slot.
Soms vind je de hoofdgedachte letterlijk in de tekst en soms moet je deze zelf formuleren.
Je vindt de hoofdgedachte door de tekst precies te lezen.
Slide 9 - Tekstslide
Wat gaan we nu doen?
We maken individueel of in duo's de uitgedeelde opdracht. Na 15 minuten kijken we deze samen na.
Als je klaar bent, begin je met het huiswerk van deze week (opdr. 2, 3 en 4 blz. 72 t/m 77)
timer
15:00
Slide 10 - Tekstslide
Evaluatie
Wat was het doel van deze les?
Slide 11 - Tekstslide
Wat vind je niet in een inleiding?
A
het onderwerp van de tekst
B
een anekdote (grappig verhaaltje)
C
bijzondere situatie
D
conclusie
Slide 12 - Quizvraag
Wat vind je in het slot?
Slide 13 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
een paar gedachten over het onderwerp
B
het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
Slide 14 - Quizvraag
Waar vind je de hoofdgedachte van de tekst?
A
in de inleiding
B
in het slot
C
in de kern
D
in de inleiding of het slot
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? Het was een mooie vakantie. Met de auto zijn we naar een huisje in Spanje gereden. Dit huisje had een zwembad en stond tegenover het strand. We zaten dicht bij een stad en het was heel warm en zonnig weer. We hebben ook veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk.