sociaal zekerheidsrecht- les 5

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefenen ANW
Voordat we gaan oefenen met de ANW, eerst nog een keer oefenen met de AKW van vorige week

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wanneer ben je verzekerd voor de AKW?
A
als je minderjarige kinderen hebt
B
als je in Nederland woont
C
als je niet te veel inkomen hebt

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de kinderbijslag is:
1. inkomensafhankelijk
2. leeftijdsafhankelijk
A
1 en 2 zijn juist
B
1 en 2 zijn onjuist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

als je een kind hebt van 11 jaar, dan krijg je hoeveel kinderbijslag?
A
275,51
B
316,41
C
268,95

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

als Ali op 5 oktober 2020 is geboren, vanaf welke datum hebben zijn ouders dan recht op kinderbijslag?
A
1 oktober 2020
B
1 november 2020
C
5 oktober 2020
D
1 januari 2021

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En vanaf welke maand wordt de kinderbijslag dan uitbetaald, als Ali op 5 oktober 2020 is geboren?
A
oktober 2020
B
februari 2021
C
april 2021
D
januari 2021

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

als Ali niet op 5 oktober 2020 is geboren, maar op 1 oktober, vanaf welke datum hebben zijn ouders dan recht op kinderbijslag?
A
1 oktober 2020
B
1 november 2020
C
5 oktober 2020
D
1 januari 2021

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oefenen met de ANW
oefeningen met de ANW over:
  • wanneer ben je verzekerd
  • wanneer heb je hier recht op
  • wat is de hoogte van de utkering

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 uitkeringen zijn er binnen de ANW en geef aan of ze inkomensafhankelijk zijn of niet

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maria en Henk wonen samen in Tilburg. Zijn zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maria komt te overlijden. Ze hebben geen kinderen. Heeft Henk nu recht op een nabestaandenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monisha en Rashid zijn getrouwd en hebben een dochtertje van 3. Monisha krijgt een ongeluk en komt te overlijden. Heeft Rashid nu recht op een ANW-uitkering?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rashid wil weten hoe hoog zijn ANW-uitkering is. Hij heeft al een ww-uitkering van 1200 euro. Wat krijgt hij aan nabestaandenuitkering?
A
1243,94
B
43,94
C
niks, want hij heeft al een uitkering

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat als Rahid geen uitkering, maar een inkomen uit arbeid had? Vanaf welk bedrag zou hij dan geen nabestaandenuitkering meer kunnen krijgen?

Slide 22 - Open vraag

2705,91 
Stel dat Rashid 1440,- verdiende met een baan. wat krijgt hij dan aan nabestaandenuitkering? Zet de stappen erbij!

Slide 23 - Open vraag

stap 1: vrijstellingsbedrag uitrekenen:
1440-840= 600 : 3 = 200
840 + 200= 1040
stap 2: wat is het resterende bedrag vh inkomen, dus wat is de uitkomst van het inkomen minus het vrijlatingsbedrag:
1440-1040= 400 is hier het resterende bedrag
stap 3: de hoogte vd nabestaandenuitkering:
ipv dat het hele inkomen van de maximale uitkering af gaat, zoals bij bijv een ww-uitkering, gaat alleen het resterende bedrag eraf, dus 1243,94 - 400= 843,94
Bart en Anne wonen in eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen. Zijn Bart en Anne verzekerd voor de wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bart en Anne die wonen in Eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen, krijgen een ongeluk. Bart overlijdt. Hebben hun 2 kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het wordt namelijk erger, want Anne wordt ziek en overlijdt een jaar later alsnog. Hebben de kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Siem en Job, de kinderen van Bart en Anne, zijn 9 en 10 jaar oud als Anne overlijdt. Krijgen zij allebei dezelfde bedragen?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke leeftijd hebben zij sowieso recht op een wezenuitkering? Noem een voorwaarde waarmee de uitkering vanaf hun 16e kan worden verlengd tot hun 21e

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

oefenen met de ANW
oefeningen met de ANW over:
  • wanneer ben je verzekerd
  • wanneer heb je hier recht op
  • wat is de hoogte van de utkering

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 uitkeringen zijn er binnen de ANW en geef aan of ze inkomensafhankelijk zijn of niet

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maria en Henk wonen samen in Tilburg. Zijn zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maria komt te overlijden. Ze hebben geen kinderen. Heeft Henk nu recht op een nabestaandenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monisha en Rashid zijn getrouwd en hebben een dochtertje van 3. Monisha krijgt een ongeluk en komt te overlijden. Heeft Rashid nu recht op een ANW-uitkering?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rashid wil weten hoe hoog zijn ANW-uitkering is. Hij heeft al een ww-uitkering van 1200 euro. Wat krijgt hij aan nabestaande-uitkering?
A
1250,16
B
50,16
C
niks, want hij heeft al een uitkering

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rashid heeft nu geen uitkering, maar een inkomen uit arbeid? Vanaf welk bedrag aan inkomen heeft hij geen recht op een nabestaandenuitkering?

Slide 35 - Open vraag

als hij 2705,91 verdient of meer, dan geen recht meer, dus 2705,90 is het max bedrag dat hij mag verdienen
Stel dat Rashid 1750,50 verdiende met een baan. Wat krijgt hij dan aan ANW-uitkering? Zet de stappen erbij!

Slide 36 - Open vraag

stap 1: vrijstellingsbedrag uitrekenen:
1440-840= 600 : 3 = 200
840 + 200= 1040
stap 2: wat is het resterende bedrag vh inkomen, dus wat is de uitkomst van het inkomen minus het vrijlatingsbedrag:
1440-1040= 400 is hier het resterende bedrag
stap 3: de hoogte vd nabestaandenuitkering:
ipv dat het hele inkomen van de maximale uitkering af gaat, zoals bij bijv een ww-uitkering, gaat alleen het resterende bedrag eraf, dus 1243,94 - 400= 843,94
Stel dat Rashid 750,50 verdiende met een baan. Wat krijgt hij dan aan ANW-uitkering? Zet de stappen erbij!

Slide 37 - Open vraag

stap 1: vrijstellingsbedrag uitrekenen:
1440-840= 600 : 3 = 200
840 + 200= 1040
stap 2: wat is het resterende bedrag vh inkomen, dus wat is de uitkomst van het inkomen minus het vrijlatingsbedrag:
1440-1040= 400 is hier het resterende bedrag
stap 3: de hoogte vd nabestaandenuitkering:
ipv dat het hele inkomen van de maximale uitkering af gaat, zoals bij bijv een ww-uitkering, gaat alleen het resterende bedrag eraf, dus 1243,94 - 400= 843,94
Bart en Anne wonen in eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen. Zijn Bart en Anne verzekerd voor de wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bart en Anne die wonen in Eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen, krijgen een ongeluk. Bart overlijdt. Hebben hun 2 kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het wordt namelijk erger, want Anne wordt ziek en overlijdt een jaar later alsnog. Hebben de kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Siem en Job, de kinderen van Bart en Anne, zijn 9 en 10 jaar oud als Anne overlijdt. Krijgen zij allebei dezelfde bedragen?
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke leeftijd hebben zij sowieso recht op een wezenuitkering? Noem een voorwaarde waarmee de uitkering kan worden verlengd

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies