sociaal zekerheidsrecht - les 4

AKW en ANW
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

AKW en ANW

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AKW
We gaan oefenen met de AKW en wel over de volgende 3 vragen:
  • Ben je verzekerd voor de AKW?
  • Heb je recht op de AKW?
  • Wat is de hoogte van de AKW?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anja woont in Amsterdam. Is zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anja uit Amsterdam heeft geen kinderen. Heeft zij nu ook recht op de AKW?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anja heeft 2 kinderen. Zij zijn 3 en 4 jaar oud. Welk bedrag krijgt zij per kind aan kinderbijslag?
A
221,49
B
224,87
C
449,74
D
112,44

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sarah woont in Düsseldorf, maar werkt in Nederland als zelfstandige waar ze een broodjeszaak heeft. Is zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sarah is verhuisd en woont nu boven haar broodjeszaak in Nederland. Ze heeft een zoon van 18 jaar oud. Heeft zij recht op kinderbijslag voor haar zoon?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel, je bent verzekerd voor de AKW. Wat is er nog meer nodig om recht te hebben op kinderbijslag als je minderjarige kind niet meer thuis woont?

Slide 8 - Open vraag

bewijs dat je dat kind onderhoudt
Oefenen met de ANW
Oefenvragen met de ANW over:
  • wanneer ben je verzekerd
  • wanneer heb je hier recht op
  • wat is de hoogte van de uitkering

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 uitkeringen zijn er binnen de ANW en geef aan of ze inkomensafhankelijk zijn of niet

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maria en Henk wonen samen in Tilburg. Zijn zij verzekerd voor de ANW?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maria komt te overlijden. Ze hebben geen kinderen. Heeft Henk nu recht op een nabestaandenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monisha en Rashid zijn getrouwd en hebben een dochtertje van 3. Monisha krijgt een ongeluk en komt te overlijden. Heeft Rashid nu recht op een ANW-uitkering?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rashid wil weten hoe hoog zijn ANW-uitkering is. Hij heeft al een WW-uitkering van 1200 euro. Wat krijgt hij aan nabestaandenuitkering?
A
€ 1250,16
B
€ 50,16
C
niks, want hij heeft al een uitkering

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat als Rashid geen uitkering had, maar een inkomen uit arbeid? Wat was dan het maximale bedrag dat hij zou mogen verdienen om nog een nabestaandenuitkering te kunnen krijgen?

Slide 15 - Open vraag

als hij € 2.028,81 verdient of meer, dan geen recht meer, dus € 2.028,81 is het max bedrag dat hij mag verdienen
Stel dat Rashid € 1440 verdiende met een baan. Wat zou zijn inkomen dan zijn inclusief nabestaandenuitkering? Zet de stappen erbij!

Slide 16 - Open vraag

stap 1: vrijstellingsbedrag uitrekenen:
1440-850,50= 589,50 : 3 = 196,50
850,50 + 196,50= 1.047
stap 2: wat is het resterende bedrag vh inkomen, dus wat is de uitkomst van het inkomen minus het vrijlatingsbedrag:
1440-1047= 393 is hier het resterende bedrag
stap 3: de hoogte vd nabestaandenuitkering:
ipv dat het hele inkomen van de maximale uitkering af gaat, zoals bij bijv een ww-uitkering, gaat alleen het resterende bedrag eraf, dus 1250,16-393=857,16
Bart en Anne wonen in Eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen. Zijn Bart en Anne verzekerd voor de wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bart en Anne, die wonen in Eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen, krijgen een ongeluk. Bart overlijdt. Hebben hun 2 kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het wordt nog erger, want Anne wordt ziek en overlijdt een jaar later alsnog. Hebben de kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Siem en Job, de kinderen van Bart en Anne, zijn 9 en 10 jaar oud als Anne overlijdt. Krijgen zij allebei dezelfde bedragen?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een wees heeft recht op een wezenuitkering tot 16 jaar.
Noem een voorwaarde waardoor de uitkering vanaf je 16e kan worden verlengd tot je 21e.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies