Faalangst

Faalangst




                                                                                              Ruby
                                                                                             Sam
                                                                                                Mara 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Faalangst




                                                                                              Ruby
                                                                                             Sam
                                                                                                Mara 

Slide 1 - Tekstslide

Gemengde scholen
De culturele verwachtingen die zich vooral vanaf de beginnende adolescentie doen gelden, zijn voor meisjes een bron van stress bij het leren. Meisjes laten zich door jongens intimideren om een deksel te zetten op hun verstand en initiatieven. Jongens zijn soms uitgesproken onvriendelijk tegen slimme meisjes. Daarom willen veel meisjes het risico niet lopen om te slim bevonden te worden. Ze passen hun zelfbeeld aan. In de eerste jaren van het secundair onderwijs zijn het vooral vlotte meisjes die populair zijn, zowel bij jongens als seksegenoten. Het vlotte meisje is goed gekleed, redelijk goed gebekt en kan in het leren goed mee. Enkele jaren later verschuift het accent naar het leuke meisje. Zij is gezellig, vriendelijk en sociaal, gaat goed gekleed, gedraagt zich fatsoenlijk en is niet al te ambitieus. Weliswaar mag en moet ze goed presteren, maar het is niet de bedoeling dat ze excellent wordt. Dat heeft niet enkel gevolgen voor de prestaties in de verschillende vakken, maar ook voor de keuzen die ze daarbij maakt. Kiezen voor moeilijke, abstracte jongensvakken roept namelijk al snel de verdenking op dat ze wil uitblinken. Deze vaststellingen zijn een uitgangspunt voor een debat over al dan niet gemengde scholen. Anderen gebruiken ze om uniseks-scholen te promoten, omdat meisjes na hun studie toch in een maatschappij belanden waarin mannen de hoogste viool spelen. De maatschappelijke vraag blijft: hoe en op basis van welke kwaliteiten kunnen vrouwen zich profileren en erkenning krijgen?

(Meisjes, een wereld apart: een etnografie van meisjes op de middelbare school, Mieke de Waal)

Slide 2 - Tekstslide

Faalangst

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

 Wat is faalangst eigenlijk?

Slide 5 - Tekstslide

Welke soort faalangst hoort er niet bij?
A
Cognitieve faalangst
B
Sociale faalangst
C
Affectieve faalangst
D
Motorische faalangst

Slide 6 - Quizvraag

De verschillende soorten:
  • Positieve faalangst
  • Negatieve faalangst
  • Actieve faalangst
  • Passieve faalangst
  • Cognitieve faalangst
  • Sociale faalangst
  • Emotionele faalangst
  • Motorische faalangst

Slide 7 - Tekstslide

Positieve faalangst
  • Bedreigende situatie zien als spanning maar ook als               uitdaging.
  • Gericht op behalen van succes.
  • Tijdens het werk verdwijnt de spanning en wordt concentratie.
  • Wordt door sommige mensen niet als faalangst gezien.

Slide 8 - Tekstslide

Negatieve faalangst
  • Moeilijke, bedreigende situatie zien als iets wat je moet vermijden.
  • Zijn meer bezig met eigen nervositeit dan opdracht.
  • Geen reëel beeld van hun eigen kunnen en presteren.
  • Negatieve spiraal.

Slide 9 - Tekstslide

Actieve faalangst
  • Hard werkend en streeft naar goed resultaat.
  • Komen niet aan ontspanning toe.
  • Concentreren alleen maar op stof en feiten.

Slide 10 - Tekstslide

Passieve faalangst
  • Leerlingen hebben het idee dat inspanning geen invloed heeft op resultaat.
  • Hoe meer inspanning, hoe groter de teleurstelling kan zijn.
  • Kinderen steken tijd in andere dingen.

Slide 11 - Tekstslide

Cognitieve faalangst
  • Faalangst die te maken heeft met leren.
  • Vrees dat het niet lukt.
  • In huiselijke sfeer gaat het prima.
  • Op school treedt er een blokkade op.

Slide 12 - Tekstslide

Sociale faalangst
  • Angst voor andere mensen en om contact te maken.
  • Minderwaardigheidscomplex, laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen.
  • Nee zeggen is moeilijk, dus dan maar ja zeggen.

Slide 13 - Tekstslide

Emotionele faalangst
  • Bang om emoties te tonen
  • Sociaal sterk, maar in een groep moeite hebben om emoties te tonen.

Slide 14 - Tekstslide

Motorische faalangst
  • Bang dat prestaties met behulp van hun lichaam, motoriek gaat mislukken.
  • Fysiek wel in staat maar de angst blokkeert het proces.

Bijvoorbeeld bij lichamelijke opvoeding, tekenen of techniek.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van emotionele faalangst?
A
Bang om emoties te tonen.
B
Vaak nee zeggen.
C
Emotionele faalangst bestaat niet.
D
Sociaal niet sterk.

Slide 16 - Quizvraag

Wie hebben meer last van faalangst?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 17 - Quizvraag

Jongens in vergelijking met meisjes 
  • Zelfbeeld en zelfwaardering

  • Schoolprestaties 

  • Erkenning leeftijdsgenoten

Slide 18 - Tekstslide

Hoe kan faalangst op prestatieniveau worden aangepakt door de leerkracht?
A
Door te hoge verwachtingen te hebben.
B
door ongewenst gedrag hard te straffen.
C
Door de beste leerlingen vaker de beurt te geven.
D
Fouten maken mag. Het is onderdeel van het leerproces

Slide 19 - Quizvraag

Behandeling
Herken faalangst
Verwacht inzet en beloon dit
Creëer een goed klimaat
Geef leerlingen succes ervaringen
Spreek jouw geloof uit
Hanteer positieve nakijkmethodes
Praat over angst
Leer ze plannen

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel jongeren tussen de 12 - 14 jaar hebben faalangst?
A
10%
B
20%
C
30%
D
40%

Slide 21 - Quizvraag

Hoe pak jij dit aan?
Linda heeft 3 vriendinnen. Samen vormen zij samen een groepje meiden die vlot en sociaal zijn en ze kunnen goed... Nouja, de vriendinnen van Linda in ieder geval wel. Maar Linda zelf heeft veel moeite om mee te komen op school. Wanneer zij van de leraar weer eens extra huiswerk mee krijgt, omdat ze het in de les niet af kreeg, verstopt ze het in haar fietstas. Want anders mag ze van haar ouders de hele middag niet met haar vriendinnen het dorp in, huiswerk maken gaat haar toch niet lukken en haar ouders kunnen het haar ook niet goed uitleggen......

Slide 22 - Tekstslide

Wat doe jij als docent?

Slide 23 - Open vraag

Doorverwijzen
Praat met collega´s en mentor
Contact zoeken met ouders
Training!

Slide 24 - Tekstslide

Training, het aanbod:
Hoe je negatieve gevoelens kunt vervangen voor een positief gevoel.
Stop angsten en paniek door structueel anders te gaan denken.
Een krachtig gevoel van zelfvertrouwen oproepen.
Vol zelfvertrouwen naar de toekomst kijken zodat je een steeds leuker leven krijgt.
Stoppen met piekeren en leren om positief te denken.

Slide 25 - Tekstslide

Wat kun je als school doen?
  • Stagnerende leerlingen laten onderzoeken door middel van vragenlijst.
  • Iedere mentor zou een leerlingen moeten kunnen opvangen en mogelijk verwijzen naar specialisten.
  • 80% van alle VO scholen in bezit van mogelijkheid, aanbod faalangsttraining.

Slide 26 - Tekstslide

Wat kun je doen tegen faalangst?
A
Voorbereiden, ontspannen en succesdagboek bijhouden.
B
Voorbereiden, ontspannen en uitstellen.
C
Voorbereiden, alles op het laatste moment doen en ontspannen.
D
Ontspannen, succesdagboek bijhouden en uitstellen.

Slide 27 - Quizvraag

Feiten en cijfers 
 10 tot 13 % van de jongeren tussen de 12 en 14 jaar hebben faalangst.

8% van de jongeren tussen 10 en 11 jaar hebben faalangst.

1 op de 10 jongeren tussen de 12 en 18 jaar hebben faalangst.

Slide 28 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 29 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 30 - Tekstslide