Possessive, used to and conjunctions

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today:
Grammar:
Possessive
Used to
Conjunctions

Slide 2 - Tekstslide

Possessive
Bezit van mensen of dieren:
Enkelvoud: 's
Meervoud en eindigt NIET op -s: 's
Meervoud en eindigt op -s: '
Iets wat bij een ding hoort:
enkelvoud of meervoud: Of
Geografische lokatie: Of
Dingen die horen bij een land of plaats: 's / of


Slide 3 - Tekstslide

bezit mens of dier - enkelvoud
bezit mens of dier - meervoud eindigd niet op -s
iets wat bij een ding hoort
Back of the house
Cathy's bike
People's opinion
Jack's bag
The notes of the class
women's clothes
my father's car

Slide 4 - Sleepvraag

bezit van mens of dier - meervoud eindigd op -s
geografische lokatie
dingen die horen bij een land of plaats
my friends' pictures
the city of Amsterdam
France's history
cats' bed
the capital of Germany
London's tower
the stoty of Russia

Slide 5 - Sleepvraag

Used to 
used to = vroeger

used to + hele ww
didn't use to + hele ww
did ..(subject).. use to + hele ww?

Slide 6 - Tekstslide

Give me a question with "used to"

Slide 7 - Open vraag

Give me a negative sentence with "used to"

Slide 8 - Open vraag

Conjunctions

Slide 9 - Tekstslide

Should I stay .... should I go?
A
and
B
but
C
or
D
so

Slide 10 - Quizvraag

I like coffee .... my friend prefers tea.
A
since
B
but
C
so
D
for

Slide 11 - Quizvraag

Would you prefer coffee .... tea?
A
but
B
and
C
or
D
if

Slide 12 - Quizvraag

He was hungry .... he ate all the cake.
A
but
B
and
C
so
D
nor

Slide 13 - Quizvraag


I take milk .... sugar in my tea.
A
but
B
or
C
if
D
and

Slide 14 - Quizvraag

Present simple
What was the rule again?

Slide 15 - Tekstslide

HE
SHE
IT
Mara
My dad
The bicycle
The lady from the shop
Carlo
Halloween
New York

Slide 16 - Sleepvraag

Kies de juiste vorm:

I ..... soccer every Saturday.
A
play
B
plays

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:

She ..... live in Portland.
A
don't
B
doesn't

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:

My brother often .... my mum.
A
help
B
helps

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:

Where do you .... your holidays
A
spend
B
spends

Slide 20 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:

Helen ..... the carpet once a week.
A
vacuum
B
vacuums

Slide 21 - Quizvraag

BONUS:
Welke van deze is de Present Continuous?
A
I like making pies
B
I am making these pies
C
I did making these pies
D
I've made these pies

Slide 22 - Quizvraag