Conjunction and Used to

Conjunctions and Used to
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Conjunctions and Used to

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Conjunctions zijn....
A
conducteurs
B
voegen
C
treinwissels
D
voegwoorden

Slide 3 - Quizvraag

Choose the right conjunction

"I enjoy dancing, ... I like singing more."
A
and
B
so
C
but
D
because

Slide 4 - Quizvraag

Fill in the right conjunction:
We love to eat rice______ it is delicious.
A
and
B
because
C
but

Slide 5 - Quizvraag

Conjunctions gebruik je om
A
zinnen vragend te maken
B
zinnen samen te voegen
C
zinnen in voltooide tijd te zetten
D
zinnen in verleden tijd te zetten

Slide 6 - Quizvraag

Choose the right conjunction.

Dusan plays football, ... Sarah plays tennis.
A
or
B
so
C
because
D
and

Slide 7 - Quizvraag

Conjunctions
I don't want to go outside... it is raining.
A
but
B
for
C
because
D
and

Slide 8 - Quizvraag

Choose the right conjunction.

Would you like coffee ... tea?
A
but
B
or
C
because
D
and

Slide 9 - Quizvraag

Choose the right conjunction.

Would you like coffee ................. tea?
A
but
B
or
C
because
D
and

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Hoe maken we vraagzinnen en negatieve zinnen?

Slide 12 - Open vraag

Hoe gebruik je used to?
A
Used to + hele werkwoord.
B
Het hele werkwoord
C
used to + niks

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link