In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Opdracht 7
Slide 1 - Tekstslide
1. Ask Harriet. She always knows all the answers. 2. Amy and Nicole spend a lot of time online. 3. Paul gets up at seven every morning. 4. We do our homework at school. 5. My mum never givesus fizzy drinks. 6. I always buy clothes online. 7. Jerry normally goesto school by bus. 8. That's Mr Jenkins. He ownsthis shop.
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht 8
Slide 3 - Tekstslide
1. Sheila doesn't like Paella. 2. Does Bob go to the same school? 3. Doyou ever buy things online? 4. Yasmin and Rachel don't want to join our club. 5. Doyou prefer black or green tea? 6. Melissa doesn't speak French. 7. Doesyour teacher give you a lot of homework? 8. We don'tneed another television.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Bijwoord
Geeft meer informatie: Bijvoorbeeld 'Heel aardig' of 'bijzonder mooi'. Heel & bijzonder zijn dan bijwoorden.
Woorden als: - Probably, really, just, always, never, usually, still
Slide 6 - Tekstslide
Wat valt je op?
The badminton team alwaysmeets at 12.30. I never sing in public. I still think our teacher is nice. The team probably produced this film a year ago.
Slide 7 - Tekstslide
REGEL
1. Een bijwoord staat vóór een hoofdwerkwoord.
Slide 8 - Tekstslide
Wat valt je op?
He is alreadyone of the school's best students. There isalwayssomething to see. We areusuallybusy on Wednesdays. It wasonlyto help you.
Slide 9 - Tekstslide
REGEL
2. Een bijwoord staat ná een vorm van to be (am / are / is / was / were)
Slide 10 - Tekstslide
Wat valt je op?
It is notalways one of the school's best students. They arenot usuallythis late.
Slide 11 - Tekstslide
REGEL
3. Bij ontkenningen met to be zet je nottussen het werkwoord en het bijwoord.
Slide 12 - Tekstslide
REGELS
1. Bijwoorden staan voor het hoofdwerkwoord.
2. Bijwoorden staan na een vorm van to be.
3. Bij ontkenningen met to be zet je nottussen het werkwoord en het bijwoord.
Slide 13 - Tekstslide
I do always my homework at 9.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
She is always taking pictures.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
He probably likes pizza.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
It only was to help you.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat valt op?
I have got some great videos. I took some pictures.
Are you going to edit any films? Have you done any work?
Slide 19 - Tekstslide
Betekenis
Some & Any betekenen: enige, enkele, een paar
not ... any betekent: geen
Slide 20 - Tekstslide
Verschil:
Some: Bevestigende zin I've got some great videos.
Any: Vragende zin Are you going to edit any films?
Not.. any: Ontkennende zin We have not got any equipment.