Om 2 gebeurtenissen in het verleden te beschrijven:
*past simple: ww+ed of 2e kolom ('rijtje') (bevestigend)
*past perfect: had + voltooid deelwoord (ww+ed) of 3e kolom (bevestigend)
Ga na: wat gebeurd er als eerste in het verleden? Daarvoor gebruik je de past perfect.