Een voorwerp dat zelf licht geeft, noem je een lichtbron
Kunstmatige lichtbronnen
Natuurlijke lichtbronnen
Licht beweegt alle kanten op
Lichtstralen zijn recht
Slide 7 - Tekstslide
Voorwerpen zien
Licht dat op een voorwerp valt, wordt diffuus (in alle richtingen) teruggekaatst.
Je ziet het voorwerp als een deel van dit teruggekaatste licht in je ogen terecht komt.
Slide 8 - Tekstslide
Instructie opgaven
Wat? Opgaven 1 tot en met 18
Hoe? Samen
Hulp? Boek, blz 62 - 69
Tijd? Einde van de les
Uitkomst? Samen nakijken en verbeteren
Klaar? Ander vak, leesboek of puzzeltijd
timer
25:00
Slide 9 - Tekstslide
Schaduw
Hoe ontstaat een schaduw?
Kun je meer dan één schaduw hebben?
Slide 10 - Tekstslide
Schaduw
Hoe ontstaat een schaduw?
Kun je meer dan één schaduw hebben?
Slide 11 - Tekstslide
Schaduw tekenen
Teken de 'randstralen'
Kleur het gebied binnen de lichtstralen in
Slide 12 - Tekstslide
Instructie opgaven
Wat? Opgaven 1 tot en met 11 (*niet)
Hoe? Samen
Hulp? Boek, blz 70 - 75
Tijd? Einde van de les
Uitkomst? Samen nakijken en verbeteren
Klaar? Paragraaf 3: proef 1 + 2
timer
25:00
Slide 13 - Tekstslide
Spiegelbeeld tekenen
Je hebt drie dingen nodig om een spiegelbeeld te tekenen: • een geodriehoek; • een potlood; • een gum.
Slide 14 - Tekstslide
Spiegelbeeld tekenen
Als voorbeeld teken je het spiegelbeeld van een driehoek.
Eerst teken je de spiegel. Een spiegel teken je als een rechte lijn (afbeelding 5). De achterkant van de spiegel kleur je een beetje grijs met je potlood.
Teken een driehoek aan de voorkant van de spiegel. Zet op iedere hoek een punt.
Slide 15 - Tekstslide
Spiegelbeeld tekenen
Leg de geodriehoek met de middellijn op de spiegel. Teken achter de spiegel het eerste punt van het spiegelbeeld. Teken het punt even ver van de spiegel als de punt van de driehoek.
Teken op dezelfde manier het tweede punt achter de spiegel.