2H - H1 Lineaire verbanden Les 6 + 7 (3.2 + 3.3 + 3.4 + 3.5 + 3.8)

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Leg klaar:

Je laptop (dicht)
Ruitjesschrift
Etui

Slide 2 - Tekstslide

H1 Lineaire verbanden


3.2 Je kan een formule koppelen aan een rechte lijn
3.3 Je kan de r.c. vinden in een verhaal
3.4 Je kan een formule herkennen bij een verhaal
3.5 Je kan het begingetal en r.c. uit een tabel halen
3.8 Je kan een grafiek bij een lineaire formule tekenen

Slide 3 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen
3.2 Je kan een formule koppelen aan een rechte lijn

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Sleepvraag

Je kan lineaire verbanden herkennen
3.3 Je kan de r.c. vinden in een verhaal

Slide 6 - Tekstslide


Walter heeft €4500 op zijn spaarrekening en spaart elke maand €250.  
Wat is de richtingscoëfficiënt?

Slide 7 - Open vraag


De t-shirts kosten €12 per stuk, de bezorgkosten zijn €6,50.
Wat is de richtingscoëfficiënt?

Slide 8 - Open vraag


Een liter benzine kost €2,17 de reiskosten-vergoeding is €23,50 
Wat is de richtingscoëfficiënt?

Slide 9 - Open vraag

Je kan lineaire verbanden herkennen
3.4 Je kan een formule herkennen bij een verhaal

Slide 10 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen
3.4 Je kan een formule herkennen bij een verhaal
Wat is het snijpunt met de y-as?

Slide 11 - Tekstslide


Een cabaretier krijgt €800 voor 1 optreden, plus €5 per verkocht kaartje.
Welke formule hoort hierbij?
A
y = 5x + 800
B
y = 800 + 5x
C
y = 800x + 5
D
y = 800 - 5x

Slide 12 - Quizvraag


Je hebt de lineaire formule y = 5x + 800

Wat is het snijpunt met de y-as.
A
(5 ; 800)
B
(0 ; 5)
C
(0 ; 800)
D
(5 ; 0)

Slide 13 - Quizvraag


Ellen heeft op haar spaarrekening €750, ze haalt er elke week €15 af om te doneren aan een goed doel.

Welke formule hoort hierbij?
A
y = 15x - 750
B
y = -15x - 750
C
y = 750 - 15x
D
y = -15x + 750

Slide 14 - Quizvraag


Je hebt de lineaire formule y = 750 - 15x

Wat is het snijpunt met de y-as?
A
(-15 ; 0)
B
(0; -15)
C
(750 ; 0)
D
(0 ; 750)

Slide 15 - Quizvraag

Je kan lineaire verbanden herkennen
3.5 Je kan het begingetal en r.c. uit een tabel halen

Slide 16 - Tekstslide


Wat is het begingetal?

Slide 17 - Open vraag


Wat is de r.c.?

Slide 18 - Open vraag


Wat is het begingetal?

Slide 19 - Open vraag


Wat is de r.c.?

Slide 20 - Open vraag

Je kan lineaire verbanden herkennen
3.8 Je kan een grafiek bij een lineaire formule tekenen

Slide 21 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen
3.8 Je kan een grafiek bij een lineaire formule tekenen

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 3.2 + 3.3 + 3.4 + 3.5 + 3.8


Slide 23 - Tekstslide

y = ax + b

Als de a positief is dan....
A
Stijgt de grafiek
B
Daalt de grafiek
C
Loopt de grafiek horizontaal
D
Loopt de grafiek verticaal

Slide 24 - Quizvraag

y = ax + b

Welke grafiek is steiler?
A
a = 3
B
a = 4

Slide 25 - Quizvraag

y = ax + b

Welke grafiek is steiler?
A
a = -3
B
a = -4

Slide 26 - Quizvraag

y = ax + b

Welke grafiek is steiler?
A
a=43
B
a=34

Slide 27 - Quizvraag

y = ax + b

Als de a negatief is dan....
A
Stijgt de grafiek
B
Daalt de grafiek
C
Loopt de grafiek horizontaal
D
Loopt de grafiek verticaal

Slide 28 - Quizvraag

y = ax + b

Als a = 0 is dan....
A
Stijgt de grafiek
B
Daalt de grafiek
C
Loopt de grafiek horizontaal
D
Loopt de grafiek verticaal

Slide 29 - Quizvraag