Mens en activiteit hoofdstuk 2

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Mens en activiteit

Activiteiten voor kinderen.

Wat hebben we de vorige les gedaan?

Doelen:

De leerling weet de verschillende ontwikkelingsgebieden en ontwikkelingsfasen.

De leerling is op de hoogte van sociale vaardigheden.

De leerling weet welke activiteiten bij de verschillende leeftijdsgroepen passen.

De leerling weet waarop je moet letten bij de begeleiding.

Ontwikkelingsgebieden:

Ontwikkelingsgebieden: lichamelijk, geestelijk en sociaal.

Interne factoren: zijn al bepaald bij de je geboorte.

Externe factoren: omgeving, omstandigheden.

Wat is een activiteit.

Waarom zijn activiteiten belangrijk.

Lichamelijke ontwikkeling:

Ontwikkeling van het lichaam.

Grove motoriek: grove bewegingen van het lichaam.

Fijne motoriek: beweging van een deel van het lichaam.

Geestelijke ontwikkeling:

Ontwikkeling van denken, het geheugen, taal en spraak.

Sociale ontwikkeling:

Ontwikkeling in de omgang met andere mensen en hoe je met gevoelens en emoties omgaat.

Sociale vaardigheden: vaardigheden hoe je omgaat met anderen. 

Wat wordt er bedoeld met de geestelijke ontwikkeling?

1. De ontwikkeling van de hersenen
2. De ontwikkeling van het lichaam en de motoriek
3. De ontwikkeling van je eigen ik en de omgang met anderen
4. De ontwikkeling van je motoriek

wat heeft te maken met sociale ontwikkeling?

1. groeien
2. woorden leren
3. vrienden maken
4. kleuren leren

Baby/dreumes 0-2 jaar:

Ontwikkeling:

Lichamelijke ontwikkeling: Lengte/gewicht Geestelijke en sociale ontwikkeling: dingen doen, herhalen van steeds dezelfde dingen, andere mensen nadoen.

Peuter 2-4 jaar:

Ontwikkeling:

Lichamelijke ontwikkeling: Lopen en alles onderzoeken, zindelijk worden.

 Geestelijke en sociale ontwikkeling: ik gericht, alles zelf willen doen, samen spelen is moeilijk, het leren van goed en kwaad.

Kleuter 4-6 jaar:

Ontwikkeling:

Lichamelijke ontwikkeling: lengtegroei, fijne motoriek en evenwicht wordt beter.

 Geestelijke en sociale ontwikkeling: op de basisschool leren door te werken en spelen, eigen fantasie.

Schoolkind:

Ontwikkeling:

Lichamelijke ontwikkeling: 

van melkgebit naar volwassen gebit, 

sommigen groeispurt, 

verandering in hormonen.

 

Ontwikkeling:

 Geestelijke en sociale ontwikkeling:

veel minder thuis, 

zelfstandig, 

ontdekt emoties bij zichzelf en anderen, 

bewust van de wereld om hen heen, 

Ontwikkeling:

 gaan met anderen om, 

kan slecht tegen verlies.

Activiteiten en begeleiding:

bewegen

nieuwe dingen leren

Wat hoort bij geestelijke ontwikkeling van een kleuter

1. leren zwemmen
2. leren samenwerken
3. leren fietsen
4. leren schrijven

Tot welke ontwikkeling hoort het omrollen van een baby?

1. Lichamelijke ontwikkeling
2. Cognitieve(geestelijke ontwikkeling
3. Sociale ontwikkeling
4. Geen van allen

Lees het voorbeeld. Om welke ontwikkeling gaat het hier?

Een schoolkind leert lezen en schrijven.

1. Sociale ontwikkeling
2. Cognitieve(geestelijke ontwikkeling
3. Emotionele ontwikkeling
4. Lichamelijke ontwikkeling

Ella is een peuter. Zij kan zelf sturen en lopen met dit loopfietsje. Welke ontwikkeling wordt gestimuleerd?

1. De grove motoriek en samenwerking
2. De fijne motoriek en samenwerking
3. De grove motoriek en oog-handcoördinatie
4. De fijne motoriek en oog-handcoördinatie

Een baby leert praten. Bij welke ontwikkeling hoort dit?

1. Sociale ontwikkeling
2. Geestelijke ontwikkeling
3. Emotionele ontwikkeling
4. Lichamelijke ontwikkeling

Wat is geen voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling van een kleuter?

1. De kleuter groeit steeds meer in de lengte
2. De fijne motoriek ontwikkelt zich steeds meer
3. De kleuter doet het gedrag van anderen na
4. Het evenwichtsgevoel is in ontwikkeling

Wat is waar over de sociale ontwikkeling van peuters?

1. Een peuter is 'ik- gericht' en vindt het moeilijk om samen te spelen
2. Een peuter kan al goed samen spelen met andere kinderen

Aan de slag

Pak je planner. Wat staat er op de planning voor vandaag?

Heb je alle opdrachten voor vandaag gemaakt?

Is je werk af?

Overleg met je docent wat je mag gaan doen!

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.