Schrijven Mavo 2 les 2 Media

Schrijven Mavo 2 
In stilte lezen
timer
15:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijven Mavo 2 
In stilte lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Werkwoordspelling
  • Schrijfdoelen en tekstsoorten
  • Titel, tussenkopjes en bronvermelding
  • Hoofd en bijzaken
  • Kernzin
  • Soorten verbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoorden t.t.
Ik loop
hij, zij, het loopt
wij, jullie lopen

ik knip
hij, zij, het knipt
wij, jullie knippen

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoorden v.t.
Ik kookte
hij, zij, het kookte
wij, jullie kookten


ik braadde
hij, zij, het braadde
wij, jullie braadden

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoorden uit het Engels
Normale regels gebruiken tenzij de stam anders niet klopt.
Racen --> stam is race (niet rac)
dus: hij racet
Timen --> stam is time (niet tim)
dus: zij timet

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden uit het Engels
Uitzondering bij woorden die Engels klinken
Paintballen --> stam is Paintball
Passen --> stam is Pass

Slide 6 - Tekstslide

Het leger (trainen) gisteren op dit veld.

Slide 7 - Open vraag

Bianca (zeggen) gisteren dat ze nieuwe kleren (gaan) kopen.

Slide 8 - Open vraag

Het schuurtje
(instorten) vannacht in elkaar.

Slide 9 - Open vraag

Afgelopen week (beroven) hij de bank.

Slide 10 - Open vraag

Jij (downloaden) voor morgen vast een serie.

Slide 11 - Open vraag

Hij (racen) gisteren naar school om niet te laat te komen.

Slide 12 - Open vraag

Welke tekstsoorten ken je nog?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Titel
--> maakt duidelijk waar de tekst over gaat 
--> maakt de lezer nieuwsgiering

Tussenkopjes
--> maken duidelijk waar de alinea's over gaan
--> maken de tekst overzichtelijk
Bronvermelding
--> geeft aan waar de inhoud vandaan komt.

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdzaken en bijzaken
Hoofdzaak:
Belangrijkste ding uit de tekst

Bijzaken:
De uitleg, toelichting of voorbeelden over de hoofdzaak

Slide 16 - Tekstslide

Leesdoelen
Voorspellend lezen: eerste indruk krijgen van de tekst

Zoekend lezen: gericht zoeken naar een antwoord

Begrijpend lezen: hele tekst lezen om te begrijpen

Kritisch lezen: hele tekst kritisch lezen om te beoordelen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een kernzin?

Slide 18 - Open vraag

Kernzin:
De zin waarin het "belangrijkste" staat van de alinea.
! Staat vaak vooraan in de eerste paar zinnen. Soms achteraan. !
De rest van de alinea zijn voorbeelden en toelichting van de kernzin.

Slide 19 - Tekstslide

Objectieve en Subjectieve teksten
Objectieve teksten
Feiten dus geen mening van de schrijver
Denk aan: Krantenartikel

Subjectieve teksten
Mening van de schrijver
kan je proberen te overtuigen, denk aan: Recensie of blog


Slide 20 - Tekstslide

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 21 - Quizvraag

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 22 - Quizvraag

Het is het mooiste huis van de straat.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 23 - Quizvraag

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 24 - Quizvraag

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 25 - Quizvraag

Voegwoorden
 Zijn woorden die woordgroepen of zinnen met elkaar verbinden. 
vb. en, want, maar, of, omdat, als

Hoofdzin en bijzin worden vaak verbonden door voegwoord
vb. Ik wil graag naar de nieuwe film, maar ik ben nog geen 16
vb. Lynn had een goed cijfer behaald, want ze had goed geleerd.

Slide 26 - Tekstslide

Bart wil nu naar school, maar het regent heel erg hard.
Wat is het voegwoord in deze zin?

Slide 27 - Open vraag

Vul in
De deur van de woonkamer moet dicht, ...........
anders wordt het koud.

Slide 28 - Open vraag

Volgende les 

Slide 29 - Tekstslide