De ontkenning

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
À la fin de la leçon ken/kun je:
--> de ontkenning herkennen in het Frans
--> de ontkenning toepassen in het Frans

Slide 2 - Tekstslide


let even op!
Wanneer het werkwoord begint met een klinker (a/e/i/o/u) of een h, dan verandert ne in n’.
Voorbeelden:
J’habite à Soest. -->
Je nhabite pas à Soest


J’aime le français. -->
Je naime pas le français.

Slide 3 - Tekstslide


twee praktische tips
Tip 1: het vinden van de persoonsvorm.

Om de persoonsvorm te vinden --> zoek naar:
- namen
- woorden als: je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles
De persoonsvorm staat hier altijd direct achter!


Slide 4 - Tekstslide


Maak de volgende zin ontkennend.

nous sommes au collège

Slide 5 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.

on travaille bien

Slide 6 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.

le prof parle anglais

Slide 7 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.

il oublie son agenda

Slide 8 - Open vraag


Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in.
Gebruik alleen kleine letters en zet geen punt!

Elles habitent à Zwolle? Non, elles ............. à Zwolle.

Slide 9 - Open vraag


Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in.
Gebruik alleen kleine letters en zet geen punt!

C'est un fromage super? Non, ............. un fromage super.

Slide 10 - Open vraag


Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in.
Gebruik alleen kleine letters en zet geen punt!

Timéo et Jade adorent la musique? Non, ils ............. la musique.

Slide 11 - Open vraag


Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in.
Gebruik alleen kleine letters en zet geen punt!

Elle achète une baguette? Non, elle ............. une baguette.

Slide 12 - Open vraag

Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in. Let goed op aan/over wie het wordt gevraagd: soms verandert het onderwerp. Gebruik alleen kleine letters(wel bij namen) en zet geen punt!

Paul arrive à 18 heures? Non, ...

Slide 13 - Open vraag

Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in. Let goed op aan/over wie het wordt gevraagd: soms verandert het onderwerp. Gebruik alleen kleine letters(wel bij namen) en zet geen punt!

Vous aimez la pizza? Non, ....

Slide 14 - Open vraag

Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in. Let goed op aan/over wie het wordt gevraagd: soms verandert het onderwerp. Gebruik alleen kleine letters(wel bij namen) en zet geen punt!

Tu peux demain? Non, ...

Slide 15 - Open vraag

Beantwoord de vraag. Maak de zin ontkennend. Vul alleen het deel wat ontbreekt in. Let goed op aan/over wie het wordt gevraagd: soms verandert het onderwerp. Gebruik alleen kleine letters(wel bij namen) en zet geen punt!

Camille et Céline regardent Netflix? Non, ...

Slide 16 - Open vraag