B1: Over taal - les 4

Welcome 3H2 
Plattegrond - Periode 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome 3H2 
Plattegrond - Periode 1

Slide 1 - Tekstslide

Verwachtingen 
  • Kom op tijd.
  • Berg je mobiel op. 
  • Zorg ervoor dat je boek én je opgeladen
     laptop/Chromebook altijd in je tas zitten 
     (pen en schrift zijn ook altijd handig...).
  • Pak je spullen en zet je tas op de grond. 
  • Kauwgom, petjes, oortjes... je weet het wel.
  • Wacht met opruimen tot ik de les afsluit. 
  • Huiswerk = huis + werk!

      Het belangrijkste: luister naar elkaar!

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Quiz woordenschat blok 1
Blok 2 Over taal:
- opdracht 1
- opdracht 2, vraag 1




Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je:
  • de betekenis van verschillende woorden uit de media noemen; 
  • nieuwe woordvormen afleiden en betekenisvol gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide


Wat betekent het woord conventioneel?
A
mogelijk
B
gebruikelijk
C
haalbaar
D
ongebruikelijk

Slide 5 - Quizvraag


In welke zin is het woord 'conventionele' goed gebruikt?
A
Het conventionele hieraan is, is dat je het antwoord goed hebt.
B
In het conventionele seizoen is het gebruikelijk om van de zon te genieten.
C
Volgens de conventionele coronarichtlijnen nies je in je elleboog.

Slide 6 - Quizvraag


Een synoniem voor evenredig is...
A
in gelijke verhouding
B
onevenredig
C
tegelijkertijd

Slide 7 - Quizvraag


Wat is een ander woord voor textuur?
A
uitwendige structuur
B
inwendige structuur

Slide 8 - Quizvraag


Welk woord is een ander woord voor
stiekeme beïnvloeding?
A
budget
B
saldo
C
bij uitstek
D
manipulatie

Slide 9 - Quizvraag


Een pasklare oplossing is...
A
een op maat gemaakte oplossing
B
een oplossing die net op tijd klaar is
C
een oplossing die direct geschikt is om te gebruiken

Slide 10 - Quizvraag


Fanatieke sporters drinken vaak shakes met proteïnes.
Wat zijn proteïnes?
A
mineralen
B
vitamines
C
vezels
D
eiwitten

Slide 11 - Quizvraag


Wat is een innovatief plan?
A
een radicaal plan
B
een provocerend plan
C
een vernieuwend plan
D
een liberaal plan

Slide 12 - Quizvraag


Niemand is gebaat bij het verspreiden van roddels. Wat betekent gebaat zijn bij?
A
hulp krijgen van
B
veel lawaai maken
C
ziek worden van
D
voordeel hebben van

Slide 13 - Quizvraag


Wat is een synoniem voor samengaan met?
A
gepaard gaan met
B
begaan zijn met
C
gecombineerd met

Slide 14 - Quizvraag


In urine gemarineerde eieren zijn een bekende Chinese delicatesse.
Wat betekent 'delicatesse'?
A
iets om te eten
B
iets bijzonder smerigs
C
bijzondere lekkernij
D
bekende Chinees

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Link

Aan de slag
Maken
Blok 2, Over taal, opdr. 1, blz. 71
Hoe werk je? 
Werk eerst 5 minuten zelfstandig. Daarna vergelijk je jouw woordbetekenissen met die van je buur. 
Tijd
Maximaal 15 minuten
Daarna 
Klassikaal antwoorden bespreken
Klaar?
Ga verder met opdr. 2, vraag 1
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
  • Morgen: B2 opdr. 2 vr. 1 af (blz. 72)
  • Vanmiddag: lezen (3H1)



Slide 18 - Tekstslide