B&F, Begrijpend lezen, NB week 19 AA
1 / 26
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
4 en 5 mei
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Als je kijkt naar de kopjes en plaatjes. Wat verwacht je te lezen?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Hoe noemen we 4 mei?
A
Bevrijdingsdag
B
Dodenherdenking
C
Een belangrijke dag
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noemen we 5 mei?
A
Bevrijdingsdag
B
Dodenherdenking
C
Een belangrijke dag
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wie was de baas in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
De koning
B
Duitsland
C
Heel veel landen in de Wereld
Slide 13 - Quizvraag
Wat gebeurde er 75 jaar geleden?
A
De Tweede Wereldoorlog begon.
B
Heel veel landen gingen vechten.
C
Nederland werd bevrijd.
Slide 14 - Quizvraag
In regel 12 staat: 'de oorlog was hier toen voorbij'.
Waar wordt bedoeld met hier?
Waar wordt bedoeld met hier?
A
In de hele wereld
B
In Duitsland
C
In Nederland
Slide 15 - Quizvraag
In regel 13 staat: 'Dit jaar is dat 75 jaar geleden.
Welk jaar wordt bedoeld met dit jaar?
Welk jaar wordt bedoeld met dit jaar?
A
75 jaar geleden
B
elk jaar
C
het jaar 2020
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Wie herdenken we op 4 mei?
Welk antwoord klopt?
Welk antwoord klopt?
A
Mensen die in de Tweede Wereldoorlog en in andere oorlogen stierven
B
Mensen die in landen wonen waar het nu oorlog is.
C
Mensen die Nederland bevrijd hebben.
D
Mensen die vroeger in Duitsland woonden.
Slide 18 - Quizvraag
Wat vieren we op 5 mei?
A
Dat de Tweede Wereld oorlog begon.
B
Dat heel veel landen gingen vechten.
C
Dat Nederland een vrij land is.
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Dit jaar wordt 4 en 5 mei anders gevierd.
Hoe kun je zelf op 4 mei meedoen aan Dodenherdenking?
Welke 4 staan in de tekst?
Wel
Niet
De vlag buiten halfstok hangen.
De vlag laten wapperen.
Met een trompet het lied 'taptoe' spelen.
Het Wilhelmus zingen.
Om 8 uur twee minuten stil zijn.
Heel blij zijn
Slide 21 - Sleepvraag
In regel 28: 'We denken er dan aan hoe fijn het is dat er hier geen oorlog is.'
Waar wordt bedoeld met hier?
Waar wordt bedoeld met hier?
A
In Nederland
B
In de hele wereld
C
In Duitsland
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
In regel 32 staat: 'Iedereen moet het nu thuis vieren.'
Wat wordt bedoeld met 'het'?
Wat wordt bedoeld met 'het'?
A
4 en 5 mei
B
corona
C
een verjaardag
Slide 24 - Quizvraag
Hoe vond je de les?
A
Makkelijk
B
Beetje moeilijk
C
Moeilijk
