Hoofdstuk 2 + 3 Marktgedrag

Marktgedrag
Hoofdstuk 2: De enige aanbieder
Hoofdstuk 3: Je onderscheiden van de concurrent
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Marktgedrag
Hoofdstuk 2: De enige aanbieder
Hoofdstuk 3: Je onderscheiden van de concurrent

Slide 1 - Tekstslide

Vragen Hoofdstuk 1?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Kenmerken monopolie en monopolistische concurrentie
- Herhaling speltheorie
-

Slide 3 - Tekstslide

Monopolie
  • 1 aanbieder
Wettelijk: Octrooi/patent
Natuurlijk: schaalvoordelen
  • Toetreding is lastig 
Hoge kosten/verzonken kosten


Slide 4 - Tekstslide

Prijszetter
Zelf de prijs bepalen
Factoren waar rekening mee gehouden moet worden:
  • Vraag naar product.
  • Substituut producten. 
  • Piraterij (vervalsingen van modemerken)

  • Prijs zal altijd boven MK liggen = winst!

Slide 5 - Tekstslide

Prijsafzetlijn
Dalend verloop
P = GO, maar niet MO
MO < GO
Om meer te kunnen verkopen moet je een lagere prijs vragen

TO loopt daardoor in een parabool

Slide 6 - Tekstslide

Toetreding
Kan veranderen
  • Schaalvoordelen kunnen afnemen door nieuwe technieken. 
  • Patent/octrooi is tijdelijk. 

Slide 7 - Tekstslide

Speltheorie
Simultaan: gelijktijdig beslissen 
uitkomsten in een matrix

Sequentieel: spelers kiezen na elkaar 
Uitkomsten in een spelboom

Slide 8 - Tekstslide

Speltheorie stappenplan
Matrix/spelboom overnemen + onderstrepen
Strategie speler 1
Strategie speler 2
Conclusie

--> Let op getallen benoemen!

Slide 9 - Tekstslide

Neem de tabel over en onderstreep de keuzes. 

Bedrijf 2 heeft uitgesproken dat ze de prijs gelijk houden. Is dit geloofwaardig? 

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord voor bedrijf 1
Als bedrijf 2 de prijs verlaagt, dan verlaagt bedrijf 1 de prijs, want 310 is meer dan 300. Als bedrijf 2 de prijs gelijk houdt, dan verlaagt bedrijf 1 de prijs want 420 is meer dan 330. 
Ongeacht wat bedrijf 2 
doen, bedrijf 1 verlaagt
 de prijs (dominante 
strategie). 

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord voor bedrijf 2
Als bedrijf 1 de prijs verlaagt, dan verlaagt bedrijf 2 de prijs, want 410 is meer dan 400.  Als bedrijf 1 de prijs gelijk houdt, dan verlaagt bedrijf 2 de prijs, want 520 is meer dan 450.
Ongeacht wat bedrijf 1 
doet, bedrijf 2 verlaagt
 de prijs (dominante 
strategie). 

Slide 12 - Tekstslide

Conclusie
Bedrijf 1 en bedrijf 2 verlagen de prijs en zij komen in het evenwicht (320 ; 410)

Bewering van bedrijf 2 is ongeloofwaardig. 

Slide 13 - Tekstslide

Spelboom, sequentieel spel

Slide 14 - Tekstslide

Productdifferentiatie
Heterogene producten. 
Onderscheidend kenmerk ten opzichte van je concurrentie.
Inspelen op de wensen van de consument

Slide 15 - Tekstslide

Monopolistische concurrentie
Veel vragers
Veel aanbieders
Heterogeen product.
Kleine invloed op de prijs
Gemakkelijk toe en uittreden.

Slide 16 - Tekstslide

Wat valt op?

Slide 17 - Tekstslide

Gezamenlijk maken
3.15

Slide 18 - Tekstslide

Maken in de les
1.3, 1.9, 1.10, 1.11, 1.12, 1.13
+
2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.21, 3.5

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Marktvorm
Er zijn verschillende marktvormen.
  • Hoeveel aanbieders zijn er?
  • Hoeveel vragers zijn er?
  • Zijn de producten verschillend of hetzelfde?

Marktvorm:
Hoeveel macht heeft de producent.
Hoeveel macht heeft de consument.

Slide 22 - Tekstslide

Heffing of Subsidie
  • Qa = 3P - 30 > Qa = 3P - 20
  • Subsidie
  • Qa = 3P - 30 > Qa = 3P - 45
  • Heffing

Slide 23 - Tekstslide

Opbrengstenmatrix
a. simultaan of sequentieel?

b. Wat is de keuze van bedrijf 1?

c. Wat is de keuze van bedrijf 2?

d. Wat is de uitkomst van het gevangenen dilemma

Slide 24 - Tekstslide