Nederland en de wereld

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wereldwijd verbonden

Slide 2 - Woordweb

Noem een voordeel en een nadeel van een gevoelsbinding

Slide 3 - Open vraag

Noem een voordeel en een nadeel van een Economische bindingen

Slide 4 - Open vraag

Noem een voordeel en een nadeel van een Kennisbindingen

Slide 5 - Open vraag

Noem een voordeel en een nadeel van een Politieke bindingen

Slide 6 - Open vraag

Welke problemen ontstaan zonder grenzen?

Slide 7 - Woordweb

Waarom is de vervuiling van de Rijn een goed voorbeeld bij een wereldwijde aanpak?

Slide 8 - Open vraag

Wat is een dictatuur?
A
Een land waar één persoon de absolute macht heeft.
B
Een land waar een gekozen leider de absolute macht heeft.
C
Een land waar een gekozen parlement de macht heeft.

Slide 9 - Quizvraag

Als er censuur in een land is, krijgen mensen een verkeerd beeld van het land te zien.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord past bij democratie?
A
Vrijheid
B
Kapitalisme
C
Communisme
D
Onderdrukking

Slide 11 - Quizvraag

Democratie betekent dat
A
De koning regeert
B
Het volk regeert
C
Alleen rijke mensen regeren
D
Regeren

Slide 12 - Quizvraag

Is Rusland een dictatuur of een democratie?
A
Een dictatuur
B
Een democratie
C
geen idee
D
beide

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting VN
A
Verdrag nationale
B
verontreinigde New York
C
Verenigde Naties
D
Verschrikkelijk nieuws

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de VN (Verenigde Naties) ?
A
193 landen die samenwerken; opgericht in 1990, net na de tweede Wereldoorlog.
B
193 landen die samenwerken; opgericht in 1945, net na de tweede Wereldoorlog.

Slide 15 - Quizvraag

Als VN-lid doe je mee aan de stemming om Noord-Korea, dat een bedreiging is voor de stabiliteit in de regio, binnen te vallen.
A
veiligheid en soevereiniteit
B
veiligheid en eerlijkheid
C
soevereiniteit en respect
D
eerlijkheid en respect

Slide 16 - Quizvraag

In de Europese Unie zijn er gemeenschappelijke regels.
A
onjuist
B
juist

Slide 17 - Quizvraag

In de Europese Unie (EU) is geen vrijhandel:
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat is GEEN doel van de Europese Unie?
A
Voorkomen van een nieuwe wereldoorlog
B
Samenwerken op het gebied van landbouw
C
Zorgen voor welvaart in Nederland
D
Zorgen voor minder criminaliteit

Slide 19 - Quizvraag

Het Schengengebied bestaat uit ...
A
de landen waar je onderling vrij mag in- en uitreizen zonder grenscontrole
B
de landen waar paspoortcontrole bij de grens plaatsvindt
C
de landen van de Europese Unie

Slide 20 - Quizvraag

Noem 2 voordelen voor het samenwerken in de EU?

Slide 21 - Open vraag

Noem 2 nadelenvoor het samenwerken in de EU?

Slide 22 - Open vraag

Meer of minder EU? Beargumenteer je antwoord!

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Link