TL4 Verbranding

Verbranding:
volledig en onvolledig
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Verbranding:
volledig en onvolledig

Slide 1 - Tekstslide

Vuur is een verbrandingsverschijnsel

Slide 2 - Tekstslide

De voorwaarden

Slide 3 - Tekstslide

Verbranding

  • Een verbranding is een reactie van een brandstof met zuurstof.
  • Bij een verbranding ontstaan verbrandingsgassen en warmte.
        
          Brandstof + zuurstof (g) => verbrandingsproduct(en)


Slide 4 - Tekstslide

Volledige verbranding
Een volledige verbranding gebeurt als er voldoende zuurstof is. 

Bij de verbranding van CH4 ontstaat CO2 en H2O.


Slide 5 - Tekstslide

Volledige verbranding
 - koolstofdioxide
onvolledige verbranding
- koolstofmonooxide
  • giftig 
  • geurloos
  • kleurloos

Slide 6 - Tekstslide

Stel de verbrandingsreactie van methaan op. Bij voldoende zuurstof. Vergeet niet de fase aan te geven.

Slide 7 - Tekstslide

Volledige verbranding

Slide 8 - Tekstslide

Stel de reactievergelijking op voor de verbranding van 
IJzer (III)
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

verbrandingsproducten aantonen

CO2 met ............

H2O met .............

Slide 11 - Tekstslide

verbrandingsproducten aantonen

 

CO2 met helder kalkwater
H2O met koud glas/voorwerp

Slide 12 - Tekstslide

Explosie = snelle verbranding

Slide 13 - Tekstslide

Voorwaarden explosies
Bij een explosieve verbrandingsreactie moeten de fijn verdeelde brandstof en de zuurstof in de juiste verhouding gemengd zijn

Er treedt een heftige reactie op waarbij gasvormige producten ontstaan, die veel ruimte nodig hebben dan de beginstof.

Slide 14 - Tekstslide

Explosief
Binas 39

Slide 15 - Tekstslide

Explosie
1) Zeer snelle verbranding door verdelingsgraad er ontstaan verbrandingsgassen. Gassen zetten erg snel uit. Door de vergroting van de druk kans op explosie.
2) Door andere chemische reacties kunnen ook gassen ontstaan.
3) explosieve decompressie.  Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer bij een lek in een leiding onder hele hoge druk het gas met een drukgolf vrijkomt, zoals bij een lek in een aardgasleiding.

Slide 16 - Tekstslide

Langzame verbrandingen
  • Bijv. je lichaam dat energie haalt uit stoffen die in het voedsel aanwezig zijn.
  • Lichaam heeft geen hoge temperatuur nodig om voedsel te verbranden.
  • Verbranding zonder vuurverschijnsel
  • Ander voorbeeld is ijzer dat gaat roesten                                            ofwel oxideren.

Slide 17 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties
stap 1
Begin altijd met het opstellen van de reactievergelijking
Zorg dat de RV kloppend is.

Onthoud:

Wet van behoud van massa
massa voor de reactie = massa na de reactie

Slide 18 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties
stap 2

Bepaal de molecuulmassa van alle stoffen.

Slide 19 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties
stap 3

Vermenigvuldig de molecuulmassa met de coëfficiënt. Als tussenstap noteer je de coëfficiënt, ook als die 1 is.

Slide 20 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties

Slide 21 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties

Slide 22 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties

Slide 23 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties
Bereken hoeveel waterstof gas ontstaat wanneer er 20 gram waterstofperoxide (h2O2) gas ontleedt?

Slide 24 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties
massaverhouding H2O2 : H2 : O2  = 9 : 8 : 1

Slide 25 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties
Overmaat/ondermaat
Als van een beginstof te veel aanwezig is, blijft er na afloop van die stof een gedeelte over. Dit overschot wordt de overmaat genoemd. 



Slide 26 - Tekstslide

Rekenen aan verbrandingsreacties
Oefenen met overmaat (op bord)
26 g magnesium reageert met 20 g zuurstof

1. bereken welke stof in overmaat is

start met bereken hoeveel magnesium 
er met 20 g zuurstof reageert. 

Afbeelding 2: verbranding van magnesium

Slide 27 - Tekstslide