In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we vandaag doen?
- Uitleg dominant en recessief bs 8 + oefenen
- Verder werken aan de weektaak
- Uitdelen werkboekjes!
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel Bs 8
Je kunt uitleggen wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen
Bv een bloem is homozygoot recessief voor bloemkleur wit
Bv een hond is heterozygoot voor vachtkleur
Slide 2 - Tekstslide
Gen: de plek waar de erfelijke informatie van een bepaalde eigenschap ligt
Allel: de invulling van die erfelijke informatie
BV: Gen voor haarvorm, allel is steil of krullend
Slide 3 - Tekstslide
Allelenpaar
Slide 4 - Tekstslide
Homozygoot: gelijk allelenpaar
Heterozygoot: ongelijk allelenpaar
Slide 5 - Tekstslide
Allelen geef je aan met letters
Gen: vachtkleur
Allel: zwart dominant --> A
Allel: rood recessief --> a
Dominant allel met een HOOFDLETTER
Recessief allel met een kleine letter
Slide 6 - Tekstslide
Dominantie
Vaak is het zo dat één allel dominant is. Dit houdt in dat als een individu heterozygoot is, het dominante allel het fenotype volledig bepaalt.
Het andere allel wordt recessief genoemd.
Slide 7 - Tekstslide
De zwarte stier is heterozygoot
Slide 8 - Tekstslide
Genotype rode Stier: aa
Genotype zwarte stier: Aa
Welk allel is dominant?
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het genotype van dame 3, die heterozygoot is voor de haarvorm?
A
aa
B
AA
C
Aa
Slide 10 - Quizvraag
Als de beide chromosomen van een paar dezelfde informatie bezitten, dan is de persoon ................. voor het gen.
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief
Slide 11 - Quizvraag
Als de informatie van een chromosomenpaar verschillende informatie bevatten van een gen, dan is de persoon ................. voor het gen.
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief
Slide 12 - Quizvraag
Bij iemand die heterozygoot is voor een gen zie je in het uiterlijk maar één allel terug. Het allel dat je wel ziet noem je .......1....., het allel dat je niet ziet is ......2.......
A
1=Dominant
2=Homozygoot
B
1=Recessief
2=Dominant
C
1=Dominant
2=Recessief
D
1=Homozygoot
2=Dominant
Slide 13 - Quizvraag
Een zwart cavia-mannetje wordt gekruist met een wit cavia-vrouwtje. Ze krijgen meer dan 20 nakomelingen die allemaal zwart zijn. Welk allel is dominant? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open vraag
Wat ga je nu doen?
Weektaak afmaken: Bs 1 + 2
Klaar? Bs 3 + 8 maken (weektaak voor volgende week)