Interpunctie

Interpunctie (= leestekens) en hoofdletters

Lesdoelen
  • Je weet hoe je correct hoofdletters en interpunctie gebruikt.
  • Voorbereiding op het instellingsexamen schrijven.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Interpunctie (= leestekens) en hoofdletters

Lesdoelen
  • Je weet hoe je correct hoofdletters en interpunctie gebruikt.
  • Voorbereiding op het instellingsexamen schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is interpunctie
belangrijk?

Slide 2 - Woordweb

Interpunctie
Ik houd van je, lieve vriendin.

Ik houd van je lieve vriendin.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoofdletters
•  Aan het begin van een zin.
•  Namen en landen (Ajax, Amerika, Italiaanse steden, Janice van de Berg,
     let op: mevrouw Van de Berg)

Geen hoofdletters:
  • namen van seizoenen, maanden en dagen (lente, maart, vrijdag)
  • geloven/religies (islam, katholiek)
  • titels (directeur, minister)


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

de punt 
Elke zin eindigt met een punt. 

Alleen niet bij........
.

Slide 9 - Tekstslide

Een uitroepteken komt na een uitroep: 
Kom eten!          Pas op!      Zit stil!
Een vraagteken komt na een vraagzin, i.p.v. de punt.
Kom je eten?

Slide 10 - Tekstslide

Citaat (= wat letterlijk gezegd wordt)

Bij een citaat gebruik je een dubbele punt en aanhalingstekens.
Mijn baas zei: "Dat heb je goed opgelost."

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Aan de slag!
Taal Integraal: 2F/3F Taalverzorging, Interpunctie, Interpunctie: Theorie en korte oefening (37 vragen).

Slide 14 - Tekstslide