M: Bespreken toets H9

Hoofdstuk 9
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9

Slide 1 - Tekstslide

Wat is hier fout? Waar let je altijd op?

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 2 t/m 5
Welk aantal liters is het maximum?

Welke stapgrootte kies je op de verticale as? (welke variabele hoort daarbij?)
Leg je antwoord uit. (hoeveel hokjes mag je gebruiken?

Na hoeveel uur is het zwembad helemaal leeg? (hoeveel liter zit er dan nog in?) 
Laat  een berekening zien

Welke stapgrootte kies je op de horizontale as? (welke variabele hoort daarbij?)
Leg je antwoord uit. (hoeveel hokjes mag je gebruiken?

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 6 t/m 8 
Lisa betaalt in Maart 188,50
Hoeveel keer is zij deze maand met de trein
gegaan? Laat een berekening zien.
We zijn hier niet streng geweest met inklemmen omdat het geen vergelijking is. 

Vanaf hoeveel keer met de trein reizen is een trajectkaart goedkoper?
Laat een berekening zien.
Dit is inklemmen. Je gaat op zoek naar a!
Je moet meerdere voorbeelden laten zien.

Wat voor soort lijn is prijs in euro = 300            (op welke as staat prijs in euro?)


Slide 4 - Tekstslide

Wat is de somformule?
Wat is de betekenis?

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 11 en 12
Schrijf de inkomsten op per dag

Bereken de verschillen, aankomst - vertrek, per dag
Vertrek
zo = 30
ma = 5
di = 10
wo = 20
do = 5
vr = 20
za = 40






Slide 6 - Tekstslide

3y - 15 = -7y + 15
10M + 15 = 8M + 30

Slide 7 - Tekstslide

5C - 17 = 2C - 4

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 16 t/m 18
Maak een vergelijking 
Formule 1  = Formule 2
75 + 0,65k = 45 + 1,15k 

Bereken met de balansmethode bij hoeveel kilometer de bedrijven even duur zijn. 

Bij welk bedrijf is Lida het goedkoopste uit? 
Je moet het berekenen. Dat betekent dat je 88 bij beide formules invult. 

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 19


Wat is het gewicht bij de geboorte?
Dit is bij a = 0 (leeftijd in jaren)
Denk aan de rekenvolgorde. 22 x wortel 0 = 0 dus 55 kg

De laatste vraag is eruit gehaald.

Slide 10 - Tekstslide

Zijn er vragen?
Lastige onderwerpen?

Slide 11 - Woordweb

Oefenvragen

Slide 12 - Tekstslide

Welke stapgrootte kies je?
Van 0 tot 6 uur

Slide 13 - Open vraag

De horizontale as loopt van 0 tot 150 seconden. Welke stapgrootte kies je?

Slide 14 - Open vraag

De verticale as loopt van 0 tot 750 meter. Welke stapgrootte kies je?

Slide 15 - Open vraag

In de assenstelsels zitten meerdere fouten.

Noem wat fout is: 1) aan de eerste en 2) aan de tweede grafiek.

Slide 16 - Open vraag

Maak de somformule:
H= 30+2t
H=23-8t

Slide 17 - Open vraag

Schrijf de somformule op.
A: hoogte = 15 - 9t
B: hoogte = 18 - 3t

Slide 18 - Open vraag

Vergelijking maken
Inkomsten Jordy=7,5+2t
Inkomsten Sanne = 5+2,5t

1) Formule = getal
2) Formule = Formule 

Slide 19 - Tekstslide

Bereken de juiste verschilformule
formule 1: huurprijs in Euro = 60 + 240 W
formule 2: huurprijs in Euro = 30 + 220 W

Slide 20 - Open vraag

Vraag 8.
Formule A: b = 5a + 6
Formule B: b= 8a
Maak de verschilformule voor A - B

Slide 21 - Open vraag

Los op met de balansmethode

5x+10=2x+22
5x+10=4x+24

Slide 22 - Open vraag

Los op met de balansmethode:
2a + 18 = 6a + 30

Slide 23 - Open vraag

Los op met balansmethode:
9a + 2 = 6a + 5

Slide 24 - Open vraag

Los op met inklemmen:
35k -5 = 100
Laat je tussenstappen zien!

Slide 25 - Open vraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen: 64 - 2,5t = 1,5

Slide 26 - Open vraag

Stel de vergelijking op. Los op met inklemmen. Maak een foto van je berekening.

Slide 27 - Open vraag

Los op met inklemmen
5,6 + 4,35k = 110

Slide 28 - Open vraag

Bereken met inklemmen
25a2+2a=48488

Slide 29 - Open vraag