Woorden DigLin Voorstellen

Voorstellen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorstellen

Slide 1 - Tekstslide

de dag


De periode dat het licht is.


Slide 2 - Tekstslide

de geboortedatum
De datum waarop je geboren bent.

Slide 3 - Tekstslide

de geboorteplaats
De plaats waar je geboren bent.

Slide 4 - Tekstslide

het burgerservicenummer
Het nummer waarmee je bekend bent bij de overheid.

Slide 5 - Tekstslide

hallo
Een groet als je iemand ontmoet die je kent.

Slide 6 - Tekstslide

trouwen
voor de wet beloven dat je met iemand samen wilt leven en dat je altijd voor hem of haar zult zorgen

Slide 7 - Tekstslide

trouwen
ik
je/jij
hij/zij/het
wij
zij
jullie

Slide 8 - Tekstslide

voorstellen
Vertellen hoe iemand heet en wie hij of zij is.

Slide 9 - Tekstslide

voorstellen
ik
stel voor
je/jij
stelt voor
hij/zij/het
stelt voor
wij
stellen voor
zij
stellen voor
jullie
stellen voor

Slide 10 - Tekstslide

het huisnummer
Het nummer dat op een huis staat.
het huisnummer

Slide 11 - Tekstslide

de kinderen
Een mens die nog niet volwassen is.
de kinderen

Slide 12 - Tekstslide

de naam
Het woord of de woorden waarmee je zegt hoe iets of iemand heet.
de naam

Slide 13 - Tekstslide

de plaats
Een stad of een dorp.
de plaats

Slide 14 - Tekstslide

de nationaliteit
Het volk en het land waartoe je officieel hoort.
de nationaliteit

Slide 15 - Tekstslide

voorstellen
ik
je/jij
hij/zij/het
wij
zij
jullie

Slide 16 - Tekstslide

werkwoord: 
voorstellen

Slide 17 - Tekstslide

wonen
Een vaste woning hebben.
wonen

Slide 18 - Tekstslide

wonen
ik
woon
je/jij
woont
hij/zij/het
woont
wij
wonen
zij
wonen
jullie
wonen

Slide 19 - Tekstslide

werkwoord: 
wonen

Slide 20 - Tekstslide

de postcode
Een code van vier cijfers en twee letters. Hoort bij het adres.

Slide 21 - Tekstslide

de straat
Een weg van stenen tussen huizen.

Slide 22 - Tekstslide

de stad
Een grote plaats waar mensen wonen.

Slide 23 - Tekstslide

het telefoonnummer
De cijfers die je indrukt op een telefoon om iemand op te bellen.

Slide 24 - Tekstslide

de voornaam
De naam die voor je achternaam komt.

Slide 25 - Tekstslide

de woonplaats
de plaats waar je woont

Slide 26 - Tekstslide

trouwen
ik
je/jij
hij/zij/het
wij
zij
jullie

Slide 27 - Tekstslide

wonen
ik
je/jij
hij/zij/het
wij
zij
jullie

Slide 28 - Tekstslide

voorstellen
ik
je/jij
hij/zij/het
wij
zij
jullie

Slide 29 - Tekstslide