De opbouw van een stad is van binnen naar buiten, van oud naar nieuw.
Binnenstad: nauwe straatjes met winkels en cafeetjes. In dure grachtenpanden zitten kantoren.
19e-eeuwse wijken. Er zijn smalle straten, weinig groen, krappe en goedkope woningen. Hier wonen veel jongeren en mensen met een migratieachtergrond.