woordenschat

• Duits
• MBO
• Studiejaar 2

K1-L1 Sich vorstellen - Prüfung

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin: 
Die Ausbildungsdauer ist 3 Jahre. 

1. De opleiding
2. De opleidingsduur
3. Het studiejaar

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin: 

Die wichtigste Aufgabe ist Kundenberatung.

1. Taak
2. Opdracht
3. Baan

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Ihr seid alle Azubi. 

1. Werknemer
2. Opleider
3. Student in opleiding

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Gestern habe ich um 9 angefangen.

1. begonnen
2. beginnen
3. begon
4. begin

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Melden Sie sich in der Personalabteilung.

1. Personenafdeling
2. Personeelsafdeling
3. Personenhulp

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Morgen habe ich eine Schulung. 

1. Cursus
2. School
3. Workshop

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Mein Chef ist dafür zuständig. 

1. Standvastig
2. Toestemmend
3. Verantwoordelijk

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Das ist eine große Herausforderung.

1. Vordering
2. Uitdaging
3. Uitvoering

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Manchmal habe ich keine Lust zu arbeiten. 

1. Soms
2. Altijd
3. Nu

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Das Unternehmen wurde 1987 gegründet.

1. Het voornemen
2. Het bedrijf
3. Het pand

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Ik ben op school, maar heb weinig zin vandaag. 

1. eben
2. mar
3. während
4. aber

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

De leidinggevende zit in het kantoor. 

1. das Büro
2. die Kantore
3. der Bureau

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Ik werk van 8 tot 17 uur. 

1. Ich arbeites
2. Ich arbeiten
3. Ich arbeite

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

U bent jarig, vandaar dit cadeau. 

1. vonder
2. deshalb
3. weshalb

Vertaal de zin:

Dat vond ik leuk!

1. Das gefiel mir!
2. Das gefällt mir!
3. Das hat mir gefallen!

Vertaal het vetgedrukte woord in de zin:

Dat zegt u nou altijd. 

1. während
2. immer
3. allteid

Vertaal de vetgedrukte woorden in de zin:

Ik ken alleen loyale medewerkers.

1. nur, Mitarbeiter
2. allein, Mitarbeiter
3. allein, Mitarbeiters
4. nur, Mitarbeiters

Vertaal de vetgedrukte woorden in de zin:

We krijgen vaak de vraag of we dit verkopen. 

1. often, of
2. often, ob
3. oft, ob
4. oft, oben

Vertaal de vetgedrukte woorden in de zin:

Heeft u al de bijscholing gevolgd?

1. al, die Weiterbildung
2. schon, die Weiterbildung
3. schön, die Beischulung
4. al, die Bildung

Vertaal de vetgedrukte woorden in de zin:

Ik twijfel over de werkzaamheden, omdat het moeilijk is. 

1. Ich zweifele, die Tätigkeiten, weil
2. Ich zweifele, das Tätigkeit, umdas
3. Ich tweifele, das Wirksamheit, weil
4. Ich tweifele, die Wirksamheiten, umdas

Vertaal de volgende zin: Dort habe ich einige Jahre verbracht.

Vertaal de volgende zin: Ich habe eine dreijährige Berufsausbildung zur Bürokauffrau gemacht.

Vertaal de volgende zin: In der Buchhaltung war ich für das Buchen von Rechnungen zuständig.

Vertaal de volgende zin: In der Personalabteilung war ich hauptsächlich zuständig für das Anwerben un Einstellen von neuen Mitarbeitern.

Vertaal de volgende zin: Ik heb ook bij verschillende afdelingen gewerkt.

Vertaal de volgende zin: Bij de afdeling marketing was ik verantwoordelijk voor de productontwikkeling.

Vertaal de volgende zin: Na deze opleiding heb ik bij verschillende bedrijven gewerkt.

Vertaal de volgende zin: stage lopen

Vertaal de volgende zin: Een opleiding volgen tot...

Vertaal de volgende zin: Ik verheug me erop.

Vertaal de volgende zin: Ik heb (geen) zin in...

Vertaal de volgende zin: Ik heb voor... gekozen.

Vertaal de volgende zin: Ik volg een opleiding in het tweede jaar.

Vertaal de volgende zin: Dat vind ik (niet) leuk.

Vertaal de volgende zin: Tijdens de opleiding...

Vertaal de volgende zin: Sinds twee jaar ga ik naar het mbo.