BVVJ 3.4 Ordening: Schimmels

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

thema 3 Ordening

3.4 Schimmels

wat gaan we doen vandaag

Terugblik 3.3 Planten

leerdoelen 3.4 Schimmels

nieuwe theorie: 3.4 Schimmels

Aan de slag

Afsluiten

leerdoelen

Aan het einde van de les:

- kan je kenmerken noemen van schimmels.

- kan je voorbeelden noemen van gevaren en toepassingen van schimmels.

Inleiding

Ongeveer 100.000 soorten schimmels zijn al ontdekt.

Maar er zijn misschien wel 1,5 miljoen soorten.

Schimmels kunnen schadelijk zijn, maar ook erg nuttig.

cel van een schimmel

geen bladgroenkorrels, geen fotosyntese

bouw van schimmels

Veel schimmels bestaan uit lange, dunne draden: schimmeldraden.

Door een microscoop kan je de draden goed zien.

Schimmels groeien vooral op vochtige plekken

voortplanten van schimmels

Schimmels planten zich voort door middel van sporen.

Uit een spore ontstaan weer nieuwe schimmels.

Sporen bestaan uit maar 1 cel

sporen van schimmels kunnen op 2 plekken ontstaan

sporen aan het einde van een schimmeldraad

sporen in een speciaal orgaan

Nuttige schimmels

nuttige schimmels:

- opruimen dode resten in de natuur

- om voedingsmiddelen te maken: brood, bier, wijn, schimmelkaas

- als voedsel (eetbare paddenstoelen)

- om geneesmiddelen te maken

de meeste schimmels voeden zich met resten van dode organismen en ruimen op deze manier de natuur op

Om brood te laten rijzen wordt gist toegevoegd.

Gist is een eencellige schimmel.

Antibiotica zijn geneesmiddelen die bacteriën doden.

Ze worden gemaakt met behulp van penseelschimmels.

 schadelijke schimmels

- voedselbederf

- veroorzaken ziektes bij planten en dieren: bijv. zwemmerseczeem (voetschimmel) bij de mens

VRAGEN??

maken 3.4 Schimmels

leerdoelen

Aan het einde van de les:

- kan je kenmerken noemen van schimmels.

- kan je voorbeelden noemen van gevaren en toepassingen van schimmels.

Organismen zijn ingedeeld in 4 rijken. 1 daarvan is de planten. Noem de andere 3.

Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:

1. wortels
2. stengels
3. bladeren
4. bloemen

Sporenplant of zaadplant?

1. Zaadplant
2. Sporenplant

Wat zie je hier?

1. Dit is een varen en dit is een zaadplant
2. Dit is een varen en dit is een sporenplant
3. Dit is een gras en dit is een zaadplant
4. Dit is een gras en dit is een sporenplant

Hoe planten mossen zich voort?

1. Zaden
2. Sporen
3. Bloemen
4. Vruchten

Bomen behoren tot de zaadplanten

1. Ja
2. Nee

zaden bestaan uit

1. 1 cel
2. meerdere cellen

een paddestoel is een...

1. organisme
2. orgaan

kunnen schimmels zelf glucose maken?

1. ja
2. nee

Hoe ging de les?

Huiswerk

Volgende keer: Welk rijk hebben we nog niet gehad?