Les 14: 17-02; Oefenen Grammar Theme 3

Plurals(meervoud)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Plurals(meervoud)

Slide 1 - Tekstslide

Plurals

Slide 2 - Tekstslide

Make plural
Tomato

Slide 3 - Open vraag

Make plural: life

Slide 4 - Open vraag

Make plural: kiss

Slide 5 - Open vraag

Make plurals:
scarf

Slide 6 - Open vraag

Make plurals:
mouse

Slide 7 - Open vraag

Plurals
box

Slide 8 - Open vraag

Make plurals:
potato

Slide 9 - Open vraag

Make plurals:
table

Slide 10 - Open vraag

Make plurals:
bus

Slide 11 - Open vraag

Plurals
man

Slide 12 - Open vraag

Demonstrative pronouns
Vertaling: Aanwijzende voornaamwoorden.

Woorden die je gebruikt om iets aan te wijzen.
Dichtbij of ver(der) weg.

Slide 13 - Tekstslide

.... is your pen over there on the desk.
.... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This

Slide 14 - Quizvraag

... balloons here are nicer than .....ones over there.
A
Those, these
B
These, those
C
This, that
D
That, this

Slide 15 - Quizvraag

Demonstrative pronouns

Slide 16 - Tekstslide

Use: this, these, that, those:

I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 17 - Quizvraag

die mensen= ......... people
A
these
B
those
C
this
D
that

Slide 18 - Quizvraag

deze tafel = ......... table
A
these
B
those
C
this
D
that

Slide 19 - Quizvraag

dat huis = ........ house
A
these
B
those
C
this
D
that

Slide 20 - Quizvraag

(dichtbij) ____ dress
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 21 - Quizvraag