2.3: Geloven, weten en maken (1)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

2.3: Geloven, weten, maken (1)

Deze les:

• Afsluiting 2.2: Dit heb je geleerd?
• Uitleg 2.3: Goden en mensen, godsdienst, verschillende verhalen.
• Aan de slag met opdrachten.

Aan het einde van deze les:

... weet je of je de bestuursvormen uit de vorige les goed kan toepassen in (toets)vragen.

... Hoe belangrijk goden waren in het leven van de Grieken.

... Welke 3 soorten verhalen de Grieken kenden.

... Waar de 3 verschillende soorten verhalen over gaan.

herhaling vorige les:

• Democratie in Athene
• Wie mogen er stemmen?
• Hoe werd de democratie beschermd? 

Democratie in Athene:

Beschermen van de democratie:

1

2

3

4

Bij welke bestuursvorm past deze bron? Leg je antwoord uit.

Voor welke bestuursvorm was Pericles?

Wat voor voordeel heeft deze bestuursvorm volgens Pericles?

Plato was geen voorstander van democratie, haal een argument dat hij hiervoor heeft uit de bron.

Vaardigheid: Iets wat je kan

Standpunt: Hoe je over iets denkt.

Argumenten: uitleg die je kunt geven voor of tegen een standpunt (goede redenen)

2.3: Geloven, Weten en maken

Wat zijn natuurgoden, ook alweer?

Soorten verhalen:

• Mythen: verhalen over goden.
• Legenden:  Wonderlijk verhaal, vaak over een held.
• Sagen: Heldenverhaal

Voorbeelden:

Het verhaal over de manier waarop Zeus de oppergod wordt.

Verhaal over de Held Perseus, die Medusa versloeg.

Verhalen over de Trojaanse oorlog.

Goden en mensen:

• Veel goden met als oppergod Zeus.
• Goden wonen op de berg Olympus
• Goden hebben speciale taken.
• Goden zorgden volgens de Grieken voor voorspoed, bijv. een goede oogst, en voor tegenspoed, bijv. ziekte

Goden en mensen:

Om de goden tevreden te houden bouwden de Grieken tempels en organiseerden ze sportwedstrijden. Ook vroegen de Grieken vaak advies aan de goden in een Orakel

Waarom was het voor de Grieken zo belangrijk om de goden tevreden te houden?

Wat voor soort verhaal is dit?

1. Mythe
2. Legende
3. Sage

Aan de slag:

• Lees de theorie en maak de volgende opdrachten van paragraaf 2.3 t/m opdr 3
• Bekijk ook de interactieve bronnen bij deze paragraaf.
• Klaar? Leren in Quizlet of Blooket (link in Teams)