In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Deze les
- Aan de slag met 5.5
- Filmpje
- Uitleg
Slide 1 - Tekstslide
Hfst 5 - Het Interbellum - tussen de wereldoorlogen
1919-1939
Van Golden Age naar Great Depression
5.5 De wereld in crisis
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
Met andere woorden: Wat is/hoort typisch bij dit tijdvak?
tijdvak 9:
1. De rol van moderne propaganda- en communicatievormen van massaorganisatie
2. De economische wereldcrisis.
3. Het voeren van twee wereldoorlogen.
4. het in de praktijk brengen van totalitaire ideologieën: communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Welke woorden hierboven ken je niet?
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen:
-Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van de beurskrach in Duitsland
- Je kunt uitleggen waarom Hitler aan de macht kwam
Slide 6 - Tekstslide
1. Je kunt voorbeelden noemen van sociale, culturele en economische moderniseringen in de jaren twintig in de Verenigde Staten.
2. Je kunt beschrijven welke gevolgen het Verdrag van Versailles had voor de Duitse economie in de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog.
3. Je kunt de motivatie achter het Dawesplan en de werking en gevolgen ervan uitleggen.
4. Je kunt uitleggen wat de oorzaken en gevolgen waren van de beurskrach in de Verenigde Staten in 1929.
5. Je kunt beschrijven welke politieke en economische gevolgen de economische wereldcrisis kreeg voor Duitsland.
6. Je kunt beschrijven welke economische gevolgen de economische wereldcrisis kreeg voor Nederland.
7. Je kunt uitleggen met welke maatregelen Hoover, Roosevelt, Hitler en Colijn reageerden op de economische wereldcrisis.
Leerdoelen
Slide 7 - Tekstslide
Duitsland en Berlijn
Duitsland kende in de 2e helft van de 20ste eeuw een grote voorspoed!
Mensen waren rijk en hielden zich bezig met kunst, muziek en mode
Mensen wilde het leven vieren na een donkere periode! Berlijn werd de stad die nooit slaapt.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Beurskrach eist zijn tol..
De Beurskrach breekt uit in de VS. De VS eist dat de betalingen sneller worden terugbetaald.
Dit lukt DU natuurlijk niet en meer dan 6 miljoen mensen raken hun baan kwijt.
Slide 10 - Tekstslide
Gevolgen van de beurskrach voor Duitsland
Amerika eist de leningen van het Dawesplan terug en Duitsland belandt weer in een economische crisis.
Het lukt de politiek niet om DU er weer bovenop te krijgen
Communisten willen een revolutie!!!
Politieke chaos is het gevolg. De NSDAP (partij van Hitler) belooft de ellende op te lossen en wint de verkiezingen in 1933.
(Film: Rise of Evil)
theorie
Slide 11 - Tekstslide
De Twee partijen
- De communisten en de partij van Hitler zijn erg populair
- Kunnen alleen niet samenwerken en Hitler moet iets verzinnen
Door een (on)gelukkig toeval (Rijksdagbrand) krijgt Hitler de absolute macht en maakt van Duitsland een dictatuur.
Slide 12 - Tekstslide
Wat kwam sterk naar voren in het filmpje?
Slide 13 - Open vraag
NSDAP
1933
- Adolf Hitler
- tegen Republiek van Weimar
Populair door:
- terreur (SA/SS)
- propaganda (Goebbels)
Slide 14 - Tekstslide
Nu!
Wij gaan beginnen aan een opdracht met een andere Lessonup.
Slide 15 - Tekstslide
Deze les
- Verder met 5.5
- lesson up met Vimeo
- aantekeningen
-tijd over, maken opdracht 77, 78, 79
Slide 16 - Tekstslide
Rijksdagbrand
- 27 februari 1933: Rijksdagbrand
- Martinus van der Lubbe
- KPD-kopstukken gearresteerd
Slide 17 - Tekstslide
Machtsovername Hitler
- 30 januari 1933: Hitler wordt rijkskanselier
- 27 februari 1933: Rijksdagbrand
- 23 maart 1933: Machtigingswet
- 30 juni 1934: Nacht van de Lange Messen
- 2 augustus 1934: Fuhrer
Slide 18 - Tekstslide
Stelling: Hitler is p een democratische manier rijkskanselier geworden. Noem een voor en tegen
Slide 19 - Open vraag
Hitlers aanpak van de crisis
Hitler geeft opdracht tot grote werkverschaffingsprojecten: snelwegen bouwen, schepen en vliegtuigen en militaire productie.
Kraft durch Freude (Kracht door vreugde) Bevolking kreeg weer werk en werd beloond met uitstapjes. Dit kostte de staatkas wel veel geld. Maar het volk was blij met Hitler.
Het uitbreken van de oorlog loste dit probleem op. Hitler plunderde de veroverde landen.
theorie
Slide 20 - Tekstslide
De economische crisis in Nederland
Omdat de economische crisis wereldwijd was, had ook Nederland er veel last van.
Minister-President Colijn: Als er geen geld binnenkomt, moet je het niet uitgeven ook.
Bezuinigingspolitiek.
Ook in Nederland grote werkverschaffingsprojecten (Afsluitdijk, Amsterdamse Bos)
theorie
Slide 21 - Tekstslide
Opdrachten maken
77, 78, 79
Slide 22 - Tekstslide
Crisis in Nederland
NL werd in de jaren ‘30 ook getroffen door de economische crisis = hoge werkloosheid
Werklozen moesten stempelen (voor een uitkering) of werden ingezet bij werkverschaffingsprojecten.
De regering (o.l.v. premier Colijn van de ARP) voerde een aanpassingspolitiek => bezuinigen. Salarissen en uitkeringen werden lager.
Aantekening voor het examen
Slide 23 - Tekstslide
Stempelen voor steun
Slide 24 - Tekstslide
Vernedering
De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.
Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.
Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien
Maak voor Duitsland en voor Nederland een ketting van oorzaak en gevolg over de crisis. Voor beide landen zijn de eerste en laatste gebeurtenis aangegeven. Vul de oorzaken/ gevolgen tussen de eerste en laatste gebeurtenis in.