Aan het einde van de lessen weet je het verschil tussen vaste (ck), variabele kosten (vk) en totale kosten (tk), wat gemiddelde totale kosten (gtk) en marginale kosten (mk) zijn, en kun je hiermee rekenen.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
Aan het einde van de lessen weet je het verschil tussen vaste (ck), variabele kosten (vk) en totale kosten (tk), wat gemiddelde totale kosten (gtk) en marginale kosten (mk) zijn, en kun je hiermee rekenen.
Slide 1 - Tekstslide
Waar hangt vanaf hoeveel goederen en diensten de producenten zullen aanbieden / willen verkopen?
Prijs die ze ervoor krijgen
Kosten die ze ervoor moeten maken
Slide 2 - Tekstslide
Uitleg Productiekosten
Kosten die gemaakt moeten worden om iets te produceren / maken => Productiekosten
Vaste kosten zoals huur gebouw, aanschaf machine
Variabele kosten zoals grondstoffen of loon
Verschil => Vaste kosten zijn er altijd, ook als er niets gemaakt wordt. Variabele kosten veranderen met de hoeveelheid die gemaakt wordt.
Slide 3 - Tekstslide
Loon = € 20 per uur
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg TK
Totale kosten (TK) =
vaste kosten +
variabele kosten
Hoeveel muren zal
de stukadoor gaan stuken?
Slide 5 - Tekstslide
Uitleg GTK
GTK bij 1 product?
€ 34 : 1 = € 34
GTK bij 2 producten?
€ 64 : 2 = € 32
GTK bij 3 producten?
€ 114 : 3 = € 38
Etc.
Slide 6 - Tekstslide
Uitleg GTK
Waardoor eerst een daling en daarna een stijging?
Daling: vaste kosten worden over meer producten verdeeld
Stijging: variabele kosten per muur stijgen (stukadoor kan aan eind dag minder snel stuken)
Slide 7 - Tekstslide
Uitleg MK
Marginale kosten => extratotale kosten voor het maken van 1 extra product.
In § 2.4 hoe we de MK gaan gebruiken om te bepalen hoeveel er gemaakt wordt.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de formule van TK?
A
TK = P*Q
B
TK=TW-TO
C
TK=TCK+TVK
D
TK=TCK-TVK
Slide 16 - Quizvraag
Loonkosten zijn (oproepkrachten):
A
variabele kosten
B
vaste kosten
Slide 17 - Quizvraag
Zijn onderstaande kosten variabele kosten of vaste kosten?
huur gebouw
A
variabele kosten
B
vaste kosten
Slide 18 - Quizvraag
TO = 560q TK = 30q + 340
MK =
A
30
B
30q
C
340
Slide 19 - Quizvraag
Gegevens van bedrijf Bull De verkoopprijs van een blikje redbull is € 2. Ze verkopen 2.500 blikjes per jaar tegen vaste kosten van €5.000 en variabele kosten van €1 per 4 blikjes.
Maak de vergelijking van de TK
A
TK = Q + 5.000
B
TK = Q - 5.000
C
TK = 0,25Q + 5.000
D
TK = 0,25Q - 5.000
Slide 20 - Quizvraag
Er worden 50 producten extra gemaakt en de kosten stijgen met €1500. Hoeveel is MK?
A
€10
B
€20
C
€30
D
€40
Slide 21 - Quizvraag
Lesdoelen
Aan het einde van de lessen weet je het verschil tussen vaste (ck), variabele kosten (vk) en totale kosten (tk), wat gemiddelde totale kosten (gtk) en marginale kosten (mk) zijn, en kun je hiermee rekenen.
Slide 22 - Tekstslide
In welke mate zijn de lesdoelen behaalt?
Slide 23 - Poll
Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?
Slide 24 - Open vraag
Huiswerk
Digitaal maken module 3 hoofdstuk 2 vraag 4 t/m 10