WEBB - 1.18 t/m 1.23

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023

Programma

- Herhaling

- Uitleg

- Aan de slag

Kan ook met de vergelijking:             TO-TK=TW 

Totale opbrengst

Totale kosten            -

Totale winst

             TO - TK = TW

afzet x verkoopprijs (p x q)

constante + variabele kosten

TO

TCK+TVK = TK    -

TW

samengevat

Break-evenanalyse in een grafiek

Wanneer de lijn van de totale omzet en totale kosten elkaar snijden: break even point

De omzet is dan gelijk aan de 

kosten
, dus de winst=0 

TO = Totale opbrengsten

TK = Totale kosten 

TCK = totale constante kosten 

BEP = break-evenpunt 

Break even

1) Waar maakt dit bedrijf verlies?

Belangrijkste berekeningen

1. Totale Opbrengst                         TO = p x q
2. Totale Kosten                                 TK = TCK + TVK
3. Totale Winst                                    TW = TO - TK
4. Break-Even Afzet                          q bij TO = TK 

Wat zijn dan nu de kosten per stuk?

GTK = TK / q

GVK = TVK / q

GCK = TCK / q

GTK = GVK + GCK

Totale opbrengst is

1. TO = p x Q
2. TO = p/Q
3. TO = Q - p
4. TO = p + Q

Hoe bereken je de
gemiddelde totale kosten?

1. TK/q
2. TCK/q
3. TVK/q

CK: 36000 euro, VK: 1 euro

Wat zijn de totale kosten bij 30.000 stuks?

1. 36.000 euro
2. 66.000 euro
3. 30.000 euro
4. 6.600 euro

CK: 36000 euro, VK: 1 euro

Wat zijn de gemiddelde totale kosten bij 30.000 stuks?

1. 2,2 euro
2. 2,5 euro
3. 2,0 euro
4. 2,1 euro

CK: 36000 euro, VK: 1 euro

Wat zijn de gemiddelde constante kosten bij 30.000 stuks?

1. 2,2 euro
2. 1,2 euro
3. 1 euro
4. 2,1 euro

Gemiddelde constante kosten: 2 euro
Gemiddelde variabele kosten: 1 euro
Productie = 100
Prijs = 30

1. TO = 3000, CK = 200, TVK = 1
2. TO = 3000, TW = 0
3. TW = 2700, TCK =200, TVK=1
4. TO = 2700, TW = 300

q =	0 km	1000 km	3.000 km	5.000 km
TO=		2.000 euro	6.000 euro
TK=		5.000 euro		7.000 euro
TW=			0 euro	3.000 euro

constante kosten (CK) = 4500 euro, variabele kosten (VK) = 0,5 euro, prijs = 2 euro.  Vul de tabel verder in. 

0 euro

6.000 euro

10.000 euro

-3.000 euro

4.500 euro

-4.500 euro

q =	0 km	1000 km	3.000 km	5.000 km
TO=	0 euro	2.000 euro	6.000 euro	10.000 euro
TK=	4.500 euro	5.000 euro	6.000 euro	7.000 euro
TW=	-4.500 euro	-3.000 euro	0 euro	3.000 euro

omzet waarbij de winst 0 is: het BREAK-EVEN POINT

Taxibedrijf Snel. CK = 4500 euro, VK = 0,5 euro per km, prijs = 2 euro per stuk

bea = break-even afzet
bep = break-even punt
beo= break-even omzet

Wat is waar?

A

B

C

D

1. A=bea, B=bep vlak stippellijn (D) = beo
2. A=bep, B=beo, vlak stippellijn = bea
3. A=beo, B=bea, vlak stippellijn = bea

uitwerking

BEP 

(break-even punt)

BEA 

(break-even punt)

break-even prijs 

break-even omzet 

winstmaximalisatie:

MO = MK

Omdat MO > MK

gaat de producent altijd voor maximale productie

(Je hebt één bakkersoven!)

     Marginale

       kosten 

      en winst

   (MK en MW)

Samengevat

Je blijft bakkers aannemen zolang 

MO > MK. Tot je op het punt komt dat MO = MK (TW maximaal). Hierna wordt MO < MK, dus stop je met extra bakkers aannemen.

Maximale winst berekenen 

Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?

Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P

MK = Marginale kosten  → MK = GVK

Marginale kosten

• Extra kosten die gemaakt worden als er één product meer wordt geproduceerd
• Bij proportionele variabele kosten geldt GVK = MK
• MK en GTK kan je vergelijken met laatst behaalde cijfer voor een vak (MK) en het gemiddelde cijfer voor dat vak (GTK)
  
• Bij degressieve variabele kosten geldt MK < GVK
• Bij progressief variabele kosten geldt MK > GVK

zijn dus afhankelijk van variabele kosten

TO = 60q
TK = 20q + 100.000
Wat zijn de marginale kosten?

1. € 20
2. € 60
3. € 100.000

TO = 60q
TK = 20q + 100.000
Wat is de marginale opbrengst

1. € 20
2. € 60
3. € 100.000

Maken tot en met 1.23

Klaar? Kijk je werk na & stel je vragen. 

Zelftest maken

Samenvatten