27/09 adjectives and adverbs 1
1 / 23
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Translate this sentence to English:
Zij heeft een mooi stem.
Zij heeft een mooi stem.
Slide 3 - Woordweb
She has a beautiful voice.
Slide 4 - Tekstslide
- vlak voor zelfstandig naamwoord
- of achter het werkwoord 'to be'
Translate this sentence to English:
Ze kan mooi zingen.
Ze kan mooi zingen.
Slide 5 - Woordweb
She can sing beautifully.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
The bus driver was ______ injured. (serious)
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Kevin is _______ clever. (extreme)
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
This hamburger tastes _______. (awful)
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Be ________ with this glass of milk. It's hot. (careful)
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Robin looks ______. What's the matter with him? (sad)
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Jack is _______ upset about losing his keys. (terrible)
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
This steak smells _______ . (good)
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Our basketball team played ________ last Friday. (bad)
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Don't speak so ______. I can't understand you. (fast)
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Maria _______ opened her present. (slow)
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
