6.4

Weet je het nog?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Weet je het nog?

Slide 1 - Tekstslide

28) Let op: Gebruik de afbeelding hiernaast.
Bij de productie van goederen en diensten heb je vaste en variabele kosten, legt de docente uit.
→ Geef van onderstaande kosten aan of het vaste of variabele kosten zijn 
Doe het zo: sleep ‘vast’ of ‘variabel’ achter de juiste letters
a maandelijkse huur van een bedrijfspand
b maandelijkse rekening van de glazenwasser
c kosten van het overwerk van het personeel
d kosten van verpakkingsmateriaal










A
B
C
D
vast
vast
vast
vast
variabel
variabel
variabel
variabel

Slide 2 - Sleepvraag

Wat bepaalt de productiecapaciteit?
A
Het aantal mensen dat in het bedrijf werkt
B
Het aantal uren dat zij werken
C
De machines (kapitaalgoederen) die worden gebruikt
D
Alle drie de antwoorden

Slide 3 - Quizvraag

Productiecapaciteit
Omzet
Brutowinst
Arbeidsproductiviteit
nettoresultaat
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo)

Slide 4 - Sleepvraag

Wat gebeurt er met de arbeidsproductiviteit?
Een bedrijf neemt meer personeel aan.
Om te bezuinigen wordt 
lager geschoold personeel aangenomen.
Een medewerker krijgt een contract voor meer uren.
Een aantal medewerkers volgen een cursus.
De machines worden vervangen door 
een goedkoper model
Hoger
Hoger
Lager
Lager
Niets

Slide 5 - Sleepvraag

Een bakkerij maakt 1000 broden op een dag. Er werken 3 medewerkers en ze werken 8 uur per dag. Bereken de arbeidsproductiviteit per werknemer per uur. Geef de berekening en rond af op een logisch geheel.

Slide 6 - Open vraag

Een fietsfabriek produceert 12.000 fietsen per week. De fabriek heeft 60 werknemers. Zij hebben een werkweek van 40 uur. De directeur besluit de werkweek in te korten naar 36 uur per week. Hierdoor loopt de productie terug naar 11.000 fietsen per week. Laat met een berekening zien of de arbeidsproductiviteit per uur door deze maatregel is toegenomen of afgenomen. (vergeet de berekening niet op te schrijven)

Slide 7 - Open vraag

Wat is maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)?
A
Bij het ondernemen rekening houden met de maatschappij.
B
Bij het ondernemen rekening houden met de natuur.
C
Bij het ondernemen rekening houden met de ondernemer.
D
Bij het ondernemen rekening houden met de natuur, mens en maatschappij.

Slide 8 - Quizvraag

Maatschappelijk kosten zijn de
A
Nadelen van de productie in de samenleving.
B
Nadelen van de consumptie in de samenleving.
C
Nadelen van de productie en consumptie voor de samenleving.
D
De kosten die een bedrijf moet betalen aan de overheid.

Slide 9 - Quizvraag

Ksoten die niet verhaald kunnen worden op de daders (zoals vervuiling enz. ) noemen we:
A
Bedrijfskosten
B
Belastingen
C
Maatschappelijke kosten
D
Maatschappelijke opbrengsten

Slide 10 - Quizvraag