DHA1A intro thema Wir

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Meine Familie

Video kijken

vragen beantwoorden

Zij heeft

1. broers en zussen
2. een broer
3. een zus
4. twee zussen

Haar man is ...... jaar oud

1. 70
2. 60
3. 75
4. 65

Ze maken graag uitstapjes naar ...

1. familie
2. vrienden
3. de zee

Richtig oder falsch:
Zij heeft een tweelingzus

1. richtig
2. falsch

Zij heeft als huisdier een ....

1. hond
2. kat
3. konijn
4. cavia

Welke bewering klopt?

1. Haar man en zij hebben beide geen broers of zussen
2. Haar man en zij hebben beide broers en zussen
3. zij heeft zussen, haar man heeft broers
4. zij heeft broers, haar man heeft zussen

Wat betekent: es hat Spaß gemacht

1. het was laat
2. het was leuk
3. het heeft goed gedaan
4. hij heeft plezier gemaakt

Zij heeft:

1. 3 broers/zussen
2. 4 kinderen

Lernziele

- Je leert in het Duits iets te vertellen over jouw familie

Meine Familie vorstellen

Je bekijkt twee filmpjes, waarin iemand zichzelf en zijn familie voorstelt. 
Je schrijft de uitdrukkingen op, zodat je ze zelf kunt gebruiken in de opdracht.

0

Meine Familie

Je maakt een mindmap en je beschrijft daarin jouw belangrijkste familieleden. Schrijf ook 3 Duitse zinnen bij elke persoon.

de Nederlander =

1. der Niederländer
2. die Niederländer
3. die Niederlande
4. die Niederländerin

Zwitserland =

1. Schweiz
2. der Schweiz
3. das Schweiz
4. die Schweiz

Duitsland =

1. der Deutschland
2. Deutschland
3. die Deutschland
4. Deutsland

Oostenrijk =

1. Osterreich
2. Östereich
3. Österreich

Wie ben je? =

1. Wie bist du?
2. Wo bist du?
3. Was bist du?
4. Wer bist du?

Hoe oud ben je? =

1. Wer bist du?
2. Wer alt bist du?
3. Wie alt bist du?
4. Was alt bist du?

Wat is jouw adres ?=

1. Wie ist deine Adresse?
2. Wo ist deine Adresse?
3. Was ist dein Adresse?
4. Was ist deine Adresse?

u bent =

1. Sie sind
2. Sie seid
3. sie sind
4. sie ist

jij bent =

1. er ist
2. du bist
3. du ist
4. sie ist

hij is =

1. sie ist
2. wir sind
3. sie sind
4. er ist