GMK-Herhaling kno en allergie

GMK-Herhaling kno en allergie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

GMK-Herhaling kno en allergie

Slide 1 - Tekstslide

KNO betekent:
A
kaak, neus en oor
B
keel, neus en oor
C
kaak, neus en oog
D
keel, neus en oog

Slide 2 - Quizvraag

keelontsteking wordt meestal veroorzaakt door
A
bacterie
B
virus
C
schimmel
D
parasiet

Slide 3 - Quizvraag

wat betekent sinusitis?
A
ontsteking van de bijholte
B
ontsteking van het neusslijmslies
C
oorontsteking
D
oogontsteking

Slide 4 - Quizvraag

hoe noemen we eeon orale schimmelinfectie bij baby's

Slide 5 - Open vraag

wat kan irritatie in de mond veroorzaken?
A
Roken, alcohol, warme dranken
B
Overgewicht, te weinig bewegen, slechte voeding
C
Frisdrank, water, frituur
D
Groente, fruit en regelmatig tanden poetsen

Slide 6 - Quizvraag

Strepsils zijn zuigtabletten met een antibacterieel effect.
Werken deze beter bij keelontsteking dan 'normale' zuigtabletten?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

stelling 1: aften genezen vanzelf binnen 14 dagen
stelling 2 : aften doen geen pijn
A
beide stellingen zijn juist
B
stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
C
stelling 1 onjuist en stelling 2 juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 8 - Quizvraag


Wat is een allergie?
A
een chronische longziekte
B
een ontsteking van kleine vertakkingen in de longen
C
een reactie van het lichaam op stoffen van buitenaf
D
een virus dat griep veroorzaakt

Slide 9 - Quizvraag

Wie heeft er een allergie?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen symptoom van allergie?
A
Benauwdheid
B
Jeuk
C
Migraine
D
Tranen, loopneus

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor een allergie is
een pinda-allergie?
A
seizoensgebonden
B
niet-seizoensgebonden

Slide 12 - Quizvraag


bij een allergische reactie komen mestcellen vrij
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag