Examentraining 8 en 10 april

Examen training 
Dit is een deel van een 
oefenexamen .

Gebruik je woordenboek!
Klik op de teksten om te vergroten
Good luck!

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Examen training 
Dit is een deel van een 
oefenexamen .

Gebruik je woordenboek!
Klik op de teksten om te vergroten
Good luck!

Slide 1 - Tekstslide

Waarvoor schaamde Karmen zich tijdens een zwemfeestje?
A
Dat een jongen, die ze leuk vond, merkte dat ze niet kon zwemmen.
B
Dat ze dacht te verdrinken terwijl ze gewoon in het water kon staan.
C
Dat ze met haar luchtbed hard tegen een knappe zwemmer aan botste.
D
Dat ze een jongen van zijn luchtbed had geslagen.

Slide 2 - Quizvraag

Tekst 2, vragen op de volgende slides

Slide 3 - Tekstslide

Je wilt samen met je neefje van zes jaar iets leuks gaan doen en je hebt
een folder gekregen van PAINTBALL - OUTDOOR LASER COMBAT.
Welke activiteit kun je volgens de folder met hem doen?
A
Paintball
B
Laser Combat
C
Paintball Range
D
Woodland Challenge

Slide 4 - Quizvraag

Hoe moet je reserveren als je een activiteit wilt gaan doen bij PAINTBALL
- OUTDOOR LASER COMBAT?
A
bellen
B
erheen gaan
C
via de website
D
een mail sturen

Slide 5 - Quizvraag

Tekst 3

Slide 6 - Tekstslide

Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 1. 
JUIST
ONJUIST
Er zitten meer bacteriën op een mobiele telefoon dan op een wc-bril. 
Je mobiele telefoon wordt vies omdat je hem overal mee naartoe
neemt. 
De kans dat je ziek wordt van de bacteriën op jouw mobiele telefoon is
klein.

Slide 7 - Sleepvraag

Waar loop je een grote kans om gevaarlijke bacteriën op een mobiele telefoon te krijgen volgens alinea 2?

A
Bij de huisarts
B
In de bus
C
In de natuur
D
Op school

Slide 8 - Quizvraag

Welke tip wordt er in alinea 3 gegeven om je mobiele telefoon schoon te
houden?
A
Gebruik regelmatig een reinigingsspray voor je telefoon.
B
Neem nooit je telefoon mee als je naar de wc gaat.
C
Was altijd je handen voor je je telefoon gebruikt.
D
Doe hem in een speciaal hoesje.

Slide 9 - Quizvraag

Tekst 4

Slide 10 - Tekstslide

Welke bewering over jonge stemacteurs is juist volgens alinea 1?
A
Ze moeten het werk niet te lang doen omdat het slecht voor hun stem is.
B
Ze mogen in het begin alleen maar kinderstemmen in tekenfilms inspreken.
C
Ze wisselen het inspreken van stemmen soms af met acteerwerk.
D
Ze mogen niet langer werken dan 2 uur per dag.

Slide 11 - Quizvraag

Geef bij elke bewering over het werk als stemacteur aan of deze wel of niet genoemd wordt in alinea 2.
WEL
NIET
Je moet alle emotie in je stem leggen.
Je werkt in een omgeving waar veel publiek is. 
Je moet soms de rol inspreken voordat de film af is
Je spreekt vaak meerdere rollen in

Slide 12 - Sleepvraag

Welke tip voor een kind dat stemacteur wil worden, staat in alinea 3?
A
Doe auditie samen met je ouders.
B
Doe mee aan een talentenjacht.
C
Neem toneellessen.
D
Zorg ervoor dat je er goed uitziet.

Slide 13 - Quizvraag

Tekst 5

Slide 14 - Tekstslide

Waarom verhuist Jeremie zo vaak? (alinea 1)
Schrijf je antwoord in het Nederlands

Slide 15 - Open vraag

Waarom had Jeremie er geen moeite mee om te wennen in een nieuwe
klas op de basisschool? (alinea 1)
A
Omdat ze de hele dag met dezelfde kinderen les had.
B
Omdat ze niet de enige nieuwe leerling was.
C
Omdat ze snel één van de populaire kinderen was.
D
Omdat de leerkracht veel aandacht voor haar had.

Slide 16 - Quizvraag

Welk advies gaf Jeremie's vader over het maken van vrienden? (alinea 2)
A
Begin een gesprek met klasgenoten over een docent.
B
Trek je er niets van aan als je alleen moet zitten.
C
Vraag aan iemand of je bij zijn/haar groepje mag zitten.
D
Deel snoep uit.

Slide 17 - Quizvraag

Wat vertelt Jeremie over de middagpauze van de tweede dag? (alinea 3)
A
Ze ging bij een andere groep leerlingen zitten lunchen.
B
Ze mocht weer met de groep van de dag ervoor lunchen.
C
Ze moest haar lunch in haar eentje opeten.
D
Ze ging klusjes doen.

Slide 18 - Quizvraag

Welke bewering is juist volgens alinea 4?

A
Jeremie's muziekinstrument gaf haar zelfvertrouwen.
B
Leerlingen op Jeremie's nieuwe school vonden muziek maken raar.
C
Op Jeremie's nieuwe school werd geen muziekles gegeven.
D
Jeremie besloot om beroepsmuzikant te worden.

Slide 19 - Quizvraag

Wat mist Jeremie nu ze weer een nieuwe start op een school heeft
gemaakt? (alinea 5)
A
De gemeenschappelijke herinneringen.
B
De uitdagende gymlessen.
C
Het bijzondere eten.
D
De aardige docenten.

Slide 20 - Quizvraag

Geef bij elk advies aan of dit wel of niet wordt genoemd in alinea 6. 
WEL
NIET
Houd contact met je oude vrienden. 
Gebruik sociale media om nieuwe vrienden te maken. 
Vertrouw altijd op je eigen gevoel!
Sta open voor nieuwe spannende ervaringen! 

Slide 21 - Sleepvraag