Manier 1: Present simple (shit-regel)
feiten, gewoontes, schema's & roosters
Manier 2: Present continuous (ing-vorm)
am/is/are + ww + ing. Nabije toekomst, plaats & tijd zijn
bekend
Manier 3: going to + ww
als je (zo goed als) zeker weet dat iets gaat gebeuren
Manier 4: will + ww
wanneer je iets belooft, aankondigt of besluit.