Wassen eindtoets

Eindtoets wassen
Je krijgt 15 vragen.

Lees de vragen goed!
Je krijgt een cijfer. Dit komt in Presentis.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Eindtoets wassen
Je krijgt 15 vragen.

Lees de vragen goed!
Je krijgt een cijfer. Dit komt in Presentis.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent dit wassymbool:
A
niet wassen
B
heet wassen
C
handwassen
D
koud wassen

Slide 2 - Quizvraag

Van welk textiel is dit kledingstuk gemaakt:
A
katoen
B
wol
C
linnen
D
polyester

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent dit wassymbool:
A
niet wassen
B
niet strijken
C
niet drogen
D
niet bleken

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent dit wassymbool:
A
wassen op 30 graden
B
wassen op 40 graden
C
handwassen
D
niet wassen

Slide 5 - Quizvraag

Voor welke was is dit wasmiddel:
A
bonte was
B
fijne was
C
witte was
D
handwas

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent bonte was?
A
gekleurd textiel
B
wit of lichtgekleurd textiel
C
kleding dat niet te veel mag kreuken
D
wolwas

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent centrifugeren?
A
het snel ronddraaien van de trommel
B
het nat maken van de was
C
het schoonmaken van de wasmachine
D
het extra wassen van de was

Slide 8 - Quizvraag

Welk van de onderstaande producten is GEEN textiel?
A
sloffen
B
pyjama
C
pet
D
boek

Slide 9 - Quizvraag

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde zodat je de was juist kunt uitvoeren:
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
Was sorteren
Was ophangen
Wassen
Was controleren
Was strijken
Was opvouwen

Slide 10 - Sleepvraag

Wat geeft de afbeelding hiernaast weer?
A
hoeveel was je kunt wassen met dit wasmiddel
B
hoeveel wasmiddel je moet gebruiken bij je was
C
hoeveel water je gebruikt tijdens het wassen
D
hoeveel was er in jouw wasmachine past

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een nadeel van drogen in de wasdroger?
A
het is niet goed voor het milieu
B
het kost geld
C
het kost heel veel energie
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent kastdroog?
A
de was is droog genoeg om in de kast te kunnen leggen
B
de was is kurkdroog
C
de was is droog genoeg om het te kunnen strijken
D
de was is niet droog

Slide 13 - Quizvraag

Hoe houd je GEEN rekening met het milieu met wassen?
A
wassen op lage temperatuur
B
was drogen aan de waslijn
C
veel wasmiddel gebruiken
D
je houd altijd rekening met het milieu met wassen

Slide 14 - Quizvraag

Bonte
was
Donkere
was
Witte
was
Fijne was
Tekst
Sleep het t-shirt bij de juiste was
Bonte was
Donkere was
Witte was
Fijne was

Slide 15 - Sleepvraag

Waar begin je mee als je gaat strijken?
A
het pakken van de strijkplank
B
of je het textiel wel gestreken mag worden
C
het pakken van het strijkijzer
D
het maakt niet uit waar je mee begint

Slide 16 - Quizvraag

Einde van deze toets
Je mag nu wat voor jezelf doen.

Laat Lessonup wel open staan.
Als iedereen klaar is, krijg je je cijfer.

Slide 17 - Tekstslide